Cartografie en automatisering) door Ing. A. Kranendonk, Dienst Informatie Verwerking van de Rijkswaterstaat. Het beschrijven van het aardoppervlak door dit in beeld te brengen op een plat vlak is een reeds eeuwen oude kunst, die men met recht tot de schone kunsten zou kunnen rekenen, gezien de esthetische aspecten ervan. Cartogra fen als Blaeu, Hondius en van Keulen zijn nog steeds beroemd, dit niet zozeer vanwege de nauwkeurigheid van hun kaarten (die overigens voor hun tijd heel behoorlijk was) maar vooral om de schoonheid van het grafisch produkt, dat zij leverden. Met name voor technisch kaartwerk is de ar tistieke zijde van de cartografie echter steeds verder op de achtergrond geraakt. De tijd is reeds lang voorbij dat men kon twisten over het gebruik van cursief of draadschrift. Omwille van de efficiency gebruikt men nu voorgedrukte afwrijfletters. Dit zou men een eerste begin van automatisering kunnen noemen. Maar er is veel meer gebeurd. Met de intrede van de computer en de automatische teken- apparatuur is het handwerk van de cartograaf van lieverlede verminderd. In hoeverre dit ten koste is gegaan van de schoonheid zullen we verder in het midden laten. Globaal kan men bij de automatisering van de cartografie drie deelgebieden onderscheiden: le. Het verzamelen en opslaan van gegevens (data-acquisitie); 2e. Het aanpassen, wijzigen en ordenen van die gegevens (data-processing); 3e. Het tekenen van een kaartblad (het eind product). We zullen in het volgende nagaan, welke moge lijkheden er binnen deze deelgebieden speciaal voor de Rijkswaterstaat aanwezig zijn. Data-acquisitie Oorspronkelijk werden alle voor een kaart be nodigde gegevens door de landmeter in het terrein verzameld. De resultaten van zijn arbeid werden vastgelegd in zgn. veldwerken, schets matige voorstellingen van stukjes realiteit, met daarbij geschreven de meetgegevens zoals die met theodoliet, meetband, etc. waren verkre gen. Een stapel van deze veldwerken vormde het basismateriaal voor de cartograaf. Met deze schetsen als leidraad bracht hij de meetgege vens nauwkeurig in kaart en verbond de gekaarteerde punten met strakke inktlijnen. Momenteel zijn er zelfregistrerende tachymeters in gebruik, waarmee van alle in aanmerking komende detailpunten richting en afstand op een ponsband geregistreerd kunnen worden. Deze methode leent zich uiteraard veel meer voor computerverwerking, althans voor wat be treft het kaarteren van losse punten. Rond 1963 werd bij de Meetkundige Dienst geëxperimenteerd met een geautomatiseerd sy steem voor het verwerken van de veldwerken van de eerstgenoemde kaarteringsmethode (Geodesia 1963, nrs. 4 en 5). Dit gebeurde op de toen aanwezige ZEBRA-computer, waarmee gedigitaliseerde veldwerken tot een kaart kon den worden geïntegreerd. Bij KADOR in Apel doorn is een soortgelijk systeem operationeel, uitgaande van ponsdocumenten. Inmiddels is bij de Rijkswaterstaat het accent hoofdzakelijk komen te liggen op de vervaardiging van kaar ten uit luchtfoto's, de stereo-fotogrammetrie, die in feite ook een vorm van digitalisering kan zijn. Daartoe moet het kaarteringsinstrument wel uitgerust zijn met registratie-apparatuur, die de gemeten coördinaten vastlegt op pons- of magneetband. Het woord digitalisering is al enkele malen gevallen. Het is het in getalvorm brengen van informatie, waardoor deze ge schikt wordt gemaakt voor invoer in de com puter. Voor het digitaliseren van grafische informatie, zoals bestaande kaarten, veldwer ken, foto's, etc. zijn diverse typen coördinaten- lezers, digitizers en scanners in de handel. Als voorbeelden kunnen worden genoemd de D-Mac Pencil-follower bij de Dienst Informatie Dit artikel is overgenomen uit Divisie 1976 -1. 231

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 17