fe@[TD©feÜ@[iij Deze getallen zijn natuurlijk zeer globaal en on zeker. POSTACADEMISCH ONDERWIJS IN DE GEODESIE De Nederlandse Vereniging voor Geodesie heeft mij gevraagd om iets op te schrijven over het postacademisch onderwijs (PAO) als inlei ding voor een kleine peiling naar de behoefte aan dit onderwijs in de geodesie. De volgende punten lijken mij in dit verband van belang: 1Afbakening Over PAO bestaan verschillende meningen. Ve le rapporten en artikelen zijn er over versche nen, waarvan er enkele in de literatuurlijst zijn opgenomen. Meestal is men het eens over de onderstaande omschrijving: Postacademisch onderwijs is onderwijs aan men sen die aan een universiteit of hogeschool afge studeerd zijn en aan mensen die onderwijs van een dergelijk niveau met vrucht kunnen volgen; hierbij wordt dan speciaal gedacht aan afgestu deerden van hoger beroepsonderwijs. In de lopende wetsvoorstellen wordt het PAO gekoppeld aan beroepsuitoefening. Hierop is echter veel kritiek. Het doel van PAO is het ophalen van kennis die sinds de studie verjaard is en het bijblijven bij nieuwe ontwikkelingen. PAO kan verdieping van kennis geven (specialiserend) en verbreding. Dit laatste betekent dat onderwerpen buiten eigen vakgebied bestudeerd kunnen worden. Onder PAO valt niet de steun aan promovendi en aan anderen die zich willen specialiseren. Verder is het niet de directe bedoeling van PAO om de wetenschap te bevorderen. Ook totale omscholing en activiteiten in de geest van de „open universiteit" vallen buiten het PAO. Soms wordt de term „onderwijs" in dit verband beperkt tot kennisoverdracht waarbij getoetst wordt en waarbij een diploma, getuigschrift of verklaring wordt afgegeven. 2. Voorspellingen Verwacht wordt dat er in de toekomst een zeer grote behoefte zal ontstaan aan postacademisch onderwijs, vooral als de vierjarige cursusduur inderdaad zou worden ingevoerd. Volgens be rekeningen van het KIVI [3] verwacht men in 1980 omstreeks 7500 en in 1990 ca. 25000 cur sisten voor postacademisch-technisch onderwijs. 3. De organisatie Mede omdat de wettelijke regeling nog niet klaar is, bestaat er nog veel verschil van me ning over het PAO. Er bestaan grote verschillen bij verschillende vakgebieden (vergelijk theolo gie met techniek). Toch bestaat er bij velen een behoefte aan overkoepelende organen. Men is het er over eens, dat het PAO georganiseerd moet worden in nauwe samenwerking met de Academische Raad, de universiteiten en de „maatschappij", deze laatste bijvoorbeeld ver tegenwoordigd door beroepsorganisaties. Wel dient er voor gewaakt te worden dat bepaalde belangengroepen niet te veel invloed krijgen op de inhoud van het PAO. De financiering houdt nauw verband met de organisatievorm. Als de universiteiten en hoge scholen geen middelen daartoe krijgen, zal de organisatie in vele gevallen zeker moeilijk wor den, zo niet onmogelijk. 4. Het PAO in de geodesie Het aantal geodeten in Nederland is vrij gering. Het zal daarom slechts in beperkte mate moge lijk zijn om cursussen te organiseren voor 20 a 40 mensen. Mede in verband met dit kleine aan tal zal men niet alleen moeten denken aan geo detische onderwerpen voor geodeten, maar ook aan geodetische onderwerpen voor anderen. Samenwerking met andere organisaties ligt dan ook voor de hand, bijvoorbeeld met de „Stich ting Postdoctoraal Onderwijs in de Civiele Techniek". Aansluiting bij de door de minister voorgestelde wettelijke organen, zal op den duur noodzakelijk zijn. Zie hiervoor bijvoor beeld [9, blz. 63-75], Het PAO hoeft niet persé de vorm te hebben van persoonlijk onderwijs aan groepen. Ge dacht kan ook worden aan schriftelijk onder wijs. Op eigen initiatief of op verzoek van de Vereniging, zouden studiepakketten gemaakt kunnen worden, bestaande uit speciale dictaten of uit handleidingen bij bestaande artikelen en boeken. Enkele discussie-uren tussen de „leer lingen" en de auteurs kunnen een zinvolle aan vulling vormen. In sommige gevallen zal ook enige praktische oefening nodig zijn. Voor onderwerpen waarvoor meer belangstel ling is, zouden cursussen georganiseerd kunnen worden, zoals deze reeds enige malen zijn ge houden op het Laboratorium voor Geodesie. Deze cursussen zouden ofwel verspreid (bij voorbeeld éénmaal per week) gehouden kunnen 261

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 15