De rol van de zwaartekracht in de geodesie door Ir. G. L. Strang van Hees, medewerker bij Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft. Inleiding Men kan zich afvragen waarom de zwaarte kracht in de geodesie een rol speelt. De land meetkunde en de geodesie hebben het doel de vorm van het aardoppervlak te bepalen. Dit geldt zowel voor een detailmeting van een klein stukje van het aardoppervlak als voor de bepa ling van de onderlinge ligging van hele conti nenten en zelfs voor de vorm van de aarde als geheel. Vormbepaling is een meetkundig (geometrisch) probleem en moet in principe kunnen worden opgelost door middel van hoekmeting en leng temeting. Zwaartekracht is in principe niet no dig. Toch wordt bij bijna alle landmeetkundige me tingen de zwaartekracht gebruikt. Zo gauw men een instrument horizonteert, maakt men gebruik van de zwaartekracht. Zelft het verticaal stellen van een jalon is afhankelijk van de richting van de zwaartekracht. In de landmeetkunde wordt altijd onderscheid gemaakt tussen horizontaal en verticaal. Voor beide situaties zijn verschil lende meetmethoden gebruikelijk. De horizon tale situatie wordt bepaald door horizontale hoeken en afstanden te meten. De verticale si tuatie (hoogteligging) wordt meestal door wa terpassing bepaald. Het verschil tussen horizon taal en verticaal is afhankelijk van de richting van de zwaartekracht. Elke landmeter maakt dus dagelijks gebruik van de zwaartekracht. Dit is zo normaal dat hij het zich nauwelijks realiseert. Bij de berekening van de gemeten landmeetkun dige constructies wordt meestal aangenomen dat het horizontale oppervlak een plat vlak is, zodat de formules van de vlakke meetkunde kunnen worden toegepast. Dit betekent dat men aanneemt dat de richting van de zwaartekracht overal evenwijdig is. In wezen is dit een aanna me die niet juist is, maar gelukkig zijn de afwij- de afdeling kingen zo klein dat ze meestal verwaarloosbaar zijn voor een klein gebied. Voor grotere gebie den moet men rekening gaan houden met de kromming van de aarde en met de onregelma tigheden in deze kromming. Deze kromming is niets anders dan de verandering van de rich ting van de zwaartekracht. Het horizontale vlak is daardoor ook geen plat vlak doch een hobbelig gebogen oppervlak, dat overal loodrecht op de zwaartekracht staat. Het horizontale vlak op gemiddeld zeeniveau noemt men de geöide. De geoïde kan men benaderen door een ellipsoïde. De meest recente benadering geeft voor de equatoriale as van de ellipsoïde 6378,140 km en voor het verschil tussen equatoras en poolas 22,385 km. De afwijkingen van de geoïde t.o.v. deze ellipsoïde zijn maximaal 100 m. Om hier van een indruk te krijgen kan men de aarde voorstellen door een bol met een straal van 6 meter. Dan is de afplatting op deze schaal slechts 2 cm en de afwijkingen van de geoïde zijn kleiner dan 0,1 mm, dus nauwelijks zicht baar. Dank zij deze grote regelmatigheid van het zwaartekrachtsveld kunnen wij er zo goed ge bruik van maken bij de dagelijkse metingen. 251

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 5