455 x 820 mm. Het materiaal is Cronaflex
(tweezijdig mat).
Voor wat de inhoud betreft zijn er nogal wat
nieuwe gezichtspunten in verwerkt sinds de aan
leg in 1973. De meest aangrijpende verandering
was het aanbrengen van de topografie. In
eerste instantie was besloten geen topografie af
te beelden. Alleen de betonnen kunstwerken
werden afgebeeld. De schaal 1 500 werd te
nauwkeurig geacht om sloten, wegen, dijken
enz. af te beelden. Bovendien zou de kaartge
bruiker de neiging hebben de ligging van de
leidingen uit te passen t.o.v. deze vage topo
grafie met alle eventuele gevolgen.
Later is pas gebleken dat ondanks bovenge
noemde bezwaren de topografie niet valt weg te
denken bij leidingenregistratie/beheer in de lei
dingenstraat. Om een goed contrast te verkrij
gen met de leidingen en kunstwerken is de
topografie aangebracht in grijs. Behalve de to
pografie zijn thans op de kaart afgebeeld: lei
dingen met nummer, grenzen van de straat,
referentiepunten/lijnen, hoofddrains, ruitennet
en coördinaatgetallen, noordpijl, plaatselijke be
namingen, deellijnen met verwijzing naar het
aansluitende blad, de plaats van de dwarspro
fielen corresponderend met de leidingenkaart
1 2000.
In een later stadium is ook nog de hectometre-
ring over de as van de straat aangebracht. De
nummering van de kaart is gekoppeld aan de
kaart 1 2000. Op blad 18 liggen de bladen
18-1, 18-2, 18-3 en 18-4.
In het voorgedrukte gedeelte is het mogelijk alle
voor het beheer belangrijke zaken te verwerken
zoals eigenaar, druk, diameter en materiaal.
Gebruikerskaart 1 5000
Alle gronden ten behoeve van de realisering van
de buisleidingenstraat zijn in eigendom verwor
ven door Verkeer en Waterstaat. De aankoop
werd verricht door grondkopers van genoemd
Ministerie. De Nutswet (11 maart 1972, stbl.
145, 4 april 1972) die onteigening mogelijk
maakte, behoefde niet te worden toegepast. De
eigendom is ongeveer 700 hectaren, waarvan
500 hectaren voor agrarisch gebruik geschikt
is. De gronden zijn zoveel mogelijk in gebruik
gegeven aan de „oude eigenaren". Hierbij zijn
een aantal normen gehanteerd zoals:
leeftijd en opvolging;
de bedrijfsgrootte;
- ligging van de percelen t.o.v. de boerderij;
de verhouding tussen de oppervlakte die
werd verkocht en de bedrijfsgrootte.
De boeren hebben de gronden tot november
1975 gratis in bruikleen gekregen. Per jaar
werd een bruikleenovereenkomst getekend,
waarin o.a. een aantal beperkingen ten aanzien
van het landbouwkundig gebruik stonden ver
meld.
In overleg met de grondkamers in Zuid-Holland
en Noord-Brabant is naar een andere vorm van
verpachting gezocht. Bij de bestaande pachtwet-
geving is niet voorzien in de verpachting van
gronden voor landbouwkundige doeleinden in
secundair gebruik, d.w.z. van objecten met een
reeds gerealiseerde en blijvende niet-agrarische
hoofdbestemming. Dit overleg heeft geresul
teerd in de uitgifte van 1-jarige pacht, gecom
bineerd met bruikleen. Een kavel is daartoe
gesplitst in twee gedeelten: een gedeelte werk-
strook van 25 meter (bruikleen) en een reste
rend gedeelte (1-jarige pacht).
Ten behoeve van een goede administratie van
pachters/bruikleners is een gebruikerskaart
1 5000 vervaardigd, waarop de kavelindeling
is voorgesteld. De nummering van de kavels is
gekoppeld aan het bladnummer 1 2000.
Aan het bladnummer zijn volgnummers toege
voegd al naar gelang er kavels zijn. B.v. 21-01,
21-02 t.m. 21-11. De gebruikerskaart is een ver
kleining van de topografische kaart 1 2000,
aangevuld met kadastrale grenzen, kavelgrenzen
en de te onderhouden sloten in de langsrichting
van de leidingenstraat. Bij deze gebruikerskaar-
ten behoren de gebruikerslijsten. Hierop staan
per blad de kavelnummers vermeld met daar
achter de gegevens van pachter/bruiklener.
De ongeveer 190 gebruikers zijn ook alfabetisch
gerangschikt, zodat men zowel via naam als via
kavel de gewenste informatie kan opdiepen.
Kadastrale kaart I 2000
Door het Kadaster is voor het Projectbureau
een kaart 1 2000 vervaardigd. Op deze kaart
zijn de grenzen van de leidingenstraat afgebeeld.
Behalve de grenzen zijn ook aangegeven: de
kadastrale perceelnummers, de kadastrale ge
meenten, secties en bladen, de referentiepunten
en de namen van wegen, rivieren, kanalen en
spoorwegen.
De bladindeling is identiek aan de overige kaar
ten 1 2000, evenzo de nummering.
De perceelvorming is, rekening houdend met de
kadastrale voorschriften zoveel mogelijk ge
schied naar de wensen van het Projectbureau.
Overwegend zijn grote percelen gevormd. Over-
hoeken, veelal afgescheiden van de leidingen-
straat door een sloot, zijn apart genummerd.
Bij de perceel vorming is geen rekening gehou
den met de BP-rechten van de liggende lei
dingen.
Op de kaart is geen topografie afgebeeld. Voor
de relatie grens/topografie moet men de kaart
1 500 raadplegen.
297