DE LANDMETERS Een volksverhaal uit Zuidoost-Drente Illustraties: J. R. Luyendijk. Maar die landmeters, die d'r weer liepen in 't veen, dat waren rotzakken. Dat waren kerels, die vroeger 't veen opgemeten hadden. En dat moest dadelijk natuurlijk heel secuur gaan, zo dat elkeen z'n deel en z'n recht kreeg. Maar bij die landmeters zijn d'r een paar bij geweest en die waren niet vrij van oneerlijkheid. Die hebben zich laten omkopen. Die hebben de boel bedrogen door de één land af te stelen en de ander 't d'r bij te geven. En toen die land meters dood waren, toen konden die lui ja nooit in de hemel komen. Toen werden ze weer terug gestuurd naar de wereld om het veld wat beter op te meten, daar waar ze de boel zo bedrogen hadden. Maar wat het ergste voor die land meters was, dat was, dat ze in dat grote veld 't begin en 't einde, waar ze gemeten hadden, nooit weer vinden konden, zodat ze 't ook nooit opnieuw weer opmeten konden. En daar liepen ze nou nog altijd naar te zoeken. Sommige lui meenden, dat die landmeters zo kwaad niet waren. Maar zo'n oude dokter Haarm, die wist daar wel beter van, want die had met een van die loeders te doen gehad. Gelukkig voor Haarm, dat ie een bevoorrecht mens was en altijd het Zevende Boek Mozes in de zak had. Uit dat Zevende Boek Mozes haalde Haarm ook de kracht, dat ie haast altijd met goed gevolg mens en vee kon bezetten en ze genezen. En bij een ongeluk of bij 't weg nemen van de pijn, dan was d'r geen betere dan oude dokter Haarm. Ook heeft ie in z'n leven heel wat heksen en duivels verbannen, waarbij 't volgens zijn zeggen altijd lang niet zo mooi toe gegaan was. Maar wat ie met die landmeter meegemaakt had, dat was met geen pen te be schrijven. Daar was 't verdrijven van heksen en boze geesten nog maar kinderwerk bij. Nee, hij hoopte alle dagen, dat hij zoiets nooit weer mee maken hoefde. En 't was ook allemaal zo plot seling gebeurd, 's Morgens had ie d'r nog voor gebeden, dat alle boze geesten en duivels tot rust komen moesten, of dat ze weer naar de hel gestuurd worden moesten, waar ze eigenlijk ook thuis hoorden, dan had een ander daar geen last meer van. Daar ging oude dokter Haarm van uit. Maar 't was zo'n erg mistige morgen geweest en hij had aldoor zo'n vreemd, onrustig voorgevoel gehad. Maar hij was toch in de mist een heel eind 't veld in gegaan, want hij wilde plaggen steken om z'n keet wat beter af te dekken. En toen was 't gebeurd, opeens was 't gebeurd. Ver weg, heel in de verte had ie 't gerammel gehoord van een ketting. En meteen was ie op de gedachte gekomen: dat is 'm; als dat die vervloekte man, die landmeter maar niet is. En net zo als 't was, opeens was d'r een zwarte man uit de mist gekomen en was vlak bij -✓ Uit „Van duivels, heksen en spoken7', van Dr. Hendrik Entjes en Jaap Brand. Dit boek, uitgegeven in de Triangelreeks door het Boekencentrum te 's-Graven- hage, bevat een aantal Nederlandse volksverhalen verteld in het radioprogramma „Vonken onder as" van de NOS. 298

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 20