I t sloten te worden of de doorgraving moet in twee fasen kunnen geschieden, zodat het ver keer over één rijbaan kan worden geleid. Pijpenbrug over de weg. Deze werkwijze spreekt voor zichzelf en geeft veelal esthetische bezwaren. Wegboringen. In die gevallen waar de weg- beheerder geen toestemming verleent de weg aan het verkeer te onttrekken wordt overgegaan tot het maken van wegboringen. Aan deze me thode zijn een aantal risico's verbonden zoals het uit de richting raken horizontaal en verti caal van de boring, het vastlopen van de boring en het nazakken van het weglichaam. Bij meer dere boringen naast elkaar zal de onderlinge afstand groter zijn als gevolg van uitvoertech- nische eisen en om risico's te vermijden bij het uit de richting lopen. Als gevolg hiervan zou bij kruisingen met wegen een verbreding van de leidingenstraat ontstaan. Dit is onaanvaardbaar vanwege het ruimte beslag. Daarom werd besloten tot het maken van kunstwerken (fig. 1). In een kunstwerk worden de leidingen met meer veiligheid dicht bij elkaar gelegd. De afstand bedraagt steeds vijftig centimeter in de dag. Een kunstwerk in een weg bestaat uit een gewapende betonplaat op palen. De betonplaat kan worden onder graven zonder dat het verkeer er hinder van ondervindt. Voor kruisende kabels en leidingen zijn voorzieningen getroffen in de vorm van meegestorte pvc-kokers. Kruising met spoorwegen In overleg met de N.V. Nederlandse Spoor wegen is gezocht naar een oplossing voor de kruising van de leidingenstraat met spoorlijnen. Dit overleg heeft geresulteerd in het volgende ontwerp. Er zijn Züblinbuizen met een diameter (inwendig) van 2.64 meter door het spoorweg lichaam geperst. De buizen doen dienst als tunnel. In de tunnel zijn rekken geconstrueerd waarop de leidingen gelegd kunnen worden. Aan een zijde van de tunnel is een invoer- schacht gebouwd, zodat het leidinggedeelte voor de tunnel naast de spoorlijn kan worden gelast en beproefd. Leidingen met een grotere dia meter dan 60 centimeter zullen niet via de tunnel de spoorbaan kruisen. Ze worden in een afzonderlijk door de spoorbaan geperste mantel buis gelegd. Kruising met grotere rivieren Do leidingenstraat kruist de Oude Maas en het Hollandsch Diep. Door de rivierbeheerder zijn in deze rivieren zinkerstroken gereserveerd. Bij rivierkruisingen dienen voor niet gelijktijdig aangelegde leidingen grote onderlinge afstanden te worden aangehouden, om beschadigingen tij dens de aanleg te voorkomen. Voor elke zinker die een rivier passeert is een strookbreedte van ongeveer 50 meter nodig. De leidingenstrook zou hierdoor in het water vele malen breder worden dan de aansluitende strook in het land. Een mogelijkheid om die breedte in het water te beperken is het bundelen van meerdere zinkers. Men zou dan een bundel van minstens zeven a acht leidingen moeten afzinken. Het is echter duidelijk dat het niet mogelijk is om met iedere zinkerbundel te wachten tot zich voldoende leidingen hebben aangemeld, en het is ook niet zinvol om voor lopig leidingen mee af te zinken voor nog onbekende gegadigden. Investeringskosten en diameter spelen hierbij een grote rol. Om aan al deze moeilijkheden te ontkomen is naar andere mogelijkheden gezocht. Eén van deze mogelijkheden is de bouw van een tunnel. In België waren reeds enige tunnels, de Petro- chimtunnels te Antwerpen, gebouwd. Het Bel gische ontwerp geeft ons tunnels te zien met een doorsnede van 2.00 en 3.50 meter op een diepte van 40 meter onder het maaiveld met verticale schachten. Door deze vormgeving is het echter zeer moeilijk en kostbaar om lei dingen in tunnels te plaatsen. PALENVIADUCT IN AUTOWEGEN doorsnede A-B uimte voor te leggen leidingen O O leidingen 0.S0 de dag bovenaanzicht doorsnede C- 3 kabelkokers voor kabels nutsbedrijven Fig. 1. 284

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1976 | | pagina 6