en verder stukken aarde op continentale, lande
lijke, regionale en lokale schaal. Een van de
methodische principes van de geodesie is het
werken van het grote naar het kleine, van het
geheel naar de delen, en in de zojuist genoemde
volgorde komt tot uiting dat men vormbepaling
en plaatsbepaling op continenten niet goed kan
uitvoeren zonder kennis van de aarde als ge
heel, dat aaneensluiting van landelijke netten
niet zonder kennis op continentale schaal kan
geschieden, enzovoorts.
De opeenvolgende fasen van groot naar klein
vertonen een sterke onderlinge interactie. Naar
mate de gebieden die worden opgemeten kleiner
zijn, wordt de termijn waarover het werk loopt
korter, en het aantal mensen dat er direct be
lang bij heeft groter. Zo is de vormbepaling van
de aarde een al enige eeuwen op gang zijnd
iteratieproces, waarbij de huidige kennis en
meetprecisie het zinvol maken niet alleen de
vorm maar ook vormveranderingen in de be
schouwing te gaan betrekken. Het spreekt van
zelf dat voor dit werk en voor dat op continen
tale schaal ons land alleen een bijdrage in inter
nationaal verband kan leveren. Behalve voor
intern geodetisch gebruik zijn de resultaten
vooral van belang voor de geofysica; het uit
wendige zwaartekrachtsveld van de aarde heeft
hier een centrale betekenis.
Ik sla nu een heel middengebied over en kom
bij wat ik de lokale schaal heb genoemd. Op
deze schaal zien wij dagelijks om ons heen de
technische projecten, de planologische maat
regelen, de splitsing of samenvoeging van stuk
ken land, waardoor de indeling en het gebruik
van de grond veranderen. Ieder die hiermee te
maken heeft, kent de behoefte aan meetkundige
gegevens en kaarten die daarmee gepaard gaat.
Dit gebied sluit dan ook zowel in de zin van
technische koppeling als in de zin van maat
schappelijke behoefte nauw aan bij de maat-
schappelijk-juridische kant van ons vak: het
verkrijgen, bewerken en verstrekken van niet-
meetkundige informatie betreffend de betrekt
kingen tussen mensen en grond, en het aan
brengen en begeleiden van veranderingen in die
betrekkingen.
Sinds de instelling van de studie voor geodetisch
ingenieur in 1948 hebben zich belangrijke ont
wikkelingen voorgedaan. Ten eerste op het ge
bied van de techniek. Van alle ingenieursrich
tingen is de geodesie waarschijnlijk als geheel
het sterkst beïnvloed door de komst van de
computer en de daarmee samenhangende auto
matisering zowel van meet- en rekenprocessen
als van administratieve informatieverwerking.
Ook de meettechniek zelf heeft een sterke ont
wikkeling meegemaakt ik hoef alleen maar
de elektronische afstandsmeting te noemen. Om
de nieuwe mogelijkheden uit te buiten was ook
een sterke ontwikkeling aan de theoretische
kant nodig, bijvoorbeeld op het gebied van de
waarnemingsrekening. Wat voor een ingenieur
van een constructieve richting de mechanica is,
is dit vak voor de geodeet: zijn problemen zijn
niet sterkte en stijfheid, maar precisie en be
trouwbaarheid. Er wordt naar gestreefd bij de
geodetische kwaliteitsbeheersing een wezenlijke
inhoud te geven aan wat optimalisering wordt
genoemd.
Een tweede ontwikkeling is de uitbreiding van
het territorium van de geodesie tot de ruimte en
tot de zeeën en oceanen. Bij de vormbepaling
van de aarde hebben de kunstmatige satellieten
een geweldige vooruitgang gebracht, evenzo bij
de puntsbepaling op continentale schaal. Dank
zij subsidie van de Commissie voor Geofysica en
Ruimteonderzoek van de Koninklijke Neder
landse Akademie van Wetenschappen kan de
afdeling met het satellietwaarnemingsstation in
Kootwijk aan dit werk deelnemen. Het betreft
hier meetprojecten van lange adem. Maar ook
in de dagelijkse praktijk worden in geodetisch
ongerepte gebieden en bij offshore-werk satel
lieten gebruikt. De geodeet die moet werken in
een ontwikkelingsland of op zee zal welhaast
zeker in aanraking komen met Dop pier-satel
lieten, en de nauwkeurigheid van de plaats
bepaling ontwikkeld zich zo veelbelovend dat
wellicht al gauw andere landelijke puntsbepa-
lingsmethoden ook in een land als het onze het
veld moeten ruimen. De afdeling hoopt spoedig
in samenwerking met andere Nederlandse in
stellingen ook praktisch op dit gebied te kunnen
gaan werken. De andere territoriale uitbreiding
van de geodesie slaat op de offshore-werkzaam
heden waar geodeten met o.a. radioplaatsbepa-
lingssystemen en akoestische meetmethoden
diensten verlenen bij exploraties, het plaatsen
van platforms en de kustwaterbouw.
Ten slotte komt een derde, en zeer belangrijk
gebied van ontwikkeling voort uit de grote toe
neming van de vraag van de maatschappij naar
informatie betreffend onroerend goed en naar
planning op basis daarvan. Het karakter van de
gevraagde informatie is veelzijdiger dan ooit
vroeger het geval was. Dit informatie- en plan
ningsaspect ligt uiteraard voor een belangrijk
deel op het gebied van de ruimtelijke ordening,
en de beste illustratie van deze ontwikkeling is
de overgang, enige jaren geleden, van de dienst
van het Kadaster en de Openbare Registers --
330