Toepassing van deze coëfficiënten voor het jaar 1974, met gebruik van de gemeten drukdaling geeft een frappante overeenstemming met de waterpassing zoals blijkt uit figuur 10 en de trajekten in figuur 9. De drukvoorspellingen die werden gebruikt voor de dalingsvoorspellingen zijn gebaseerd op het laatst bekende afnamepatroon. Bij het voorspelde drukgedrag is nu tevens de invloed van de aquifer in beschouwing geno men, zoals die is afgeleid uit recente reservoir- studies. Gebaseerd op dit afnamepatroon zal het grootste gedeelte van bodemdaling plaats hebben vóór het jaar 1990, waarna er relatief weinig gebeurt. De maximale uiteindelijke da ling (tussen 25 en 30 om) zal worden bereikt in het jaar 2050 (fig. 11). Aannemende, dat de ingevoerde veronderstel lingen juist zijn, dan wordt de nauwkeurigheid van de uiteindelijke maximale dalingsprognose (27 cm) in belangrijke mate bepaald door de nauwkeurigheid van de nieuwe waarde voor de compactiecoëfficiënt. Omdat deze waarde recht streeks is afgeleid uit de gemeten bodemdaling, wordt de nauwkeurigheid voor de compactie coëfficiënt op 10% geschat, gezien de nauw keurigheid behaald bij de waterpassingen en de gemeten zakking tot en met 1973. Dit is een ruime schatting, temeer omdat geen correcties zijn toegepast ter eliminatie van de zakking ten gevolge van natuurlijke klink. De bovengrens van de voorspelde maximale daling wordt daarom als te pessimistisch beschouwd. Gedurende de toekomstige produktie zullen BORKUM ROTTUMEROOG 150000- 140000- 130000- 120000- 110000- 80000 90000 lOOOOO 110000 0 l_ 20 KM i Fig. 10. Voorspelling van de bodemdaling 1974 in cm (vergelijk fig. 9). 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 10