wikkeling plaatsgevonden en is er momenteel
apparatuur verkrijgbaar, waarmee de uitvoering
van de plaatsbepaling zowel in verticale als in
horizontale zin sterk is vereenvoudigd. Zo'n
moderne tachymeter is de Geodimeter 700 van
AGA (vergelijkbaar met de RegElta), die een
numerieke uitlezing van de verticale en hori
zontale hoek geeft en de afstand elektro-optisch
meet m.b.v. gemoduleerd laserlicht. Zowel de
Kombinatie Tunnelbouw als de Meetkundige
Dienst maakten van dit instrument gebruik bij
het afzinken van de elementen.
Beschrijving systeem-componenten
Artemis
Het acroniem voor Artemis luidt: A (utomatic)
R(anging) T(heodolite) E(radiating) Microwa
ve) .S'(ignals). De positie van het element wordt
bepaald door het continu en automatisch meten
van de afstand en de richting van een bekend
punt op de wal naar het bewegende element.
Het walstation van het systeem wordt Fix ge
noemd, het bewegende station Mobile. Beide
stations zijn voorzien van sleufstraler-antennes.
Dit type antenne is te vergelijken met radar
antennes. Tijdens het in werking zijn van het
systeem blijven beide antennes door een micro
golftransmissie-verbinding steeds op elkaar ge
richt, daarbij staan de antennes loodrecht op de
verbindingslijn tussen de stations. Onder deze
omstandigheden is ook een duplex-spraakver-
binding mogelijk.
Fix (fig. 2)
Het walstation, bestaande uit een antenne-unit,
een controle-unit en een data-unit, heeft een
absolute hoek-encoder (elektronisch uitleesbare
rand) met een oplossend vermogen van ca.
0,013 graad. De standaardafwijking in de volg-
nauwkeurigheid is 0,02 graad. De gemeten hoek
kan via duimwielschakelaars worden gereflec
teerd aan het kaartnoorden of iedere andere
gewenste richting. Voorafgaande aan de meting
dient de Fix-antenne optisch georiënteerd te
worden. T.b.v. deze handeling is op de antenne
een kijker gemonteerd. Als regelingseis geldt
dan dat de vizierlijn van de kijker evenwijdig
moet zijn aan de verbindingslijn tussen Fix en
Mobile bij een systeem in werking. Via de
microgolfverbinding wordt de hoekinformatie
overgezonden naar de Mobile, waar deze wordt
afgebeeld op een LED-display in 5 decimalen
en eveneens beschikbaar is in BCD-code voor
verdere verwerking.
Mobile (fig. 3)
De uitrusting van dit station is nagenoeg iden
tiek aan die van het walstation. Ook in de an
tenne-unit van de Mobile bevindt zich een
hoek-encoder (oplossend vermogen 0,1 graad).
Deze is speciaal voor dit transport aangebracht
om de hoek te meten tussen de richting naar
het walstation en de langsrichting („steven")
van het element. Hiermee is het mogelijk con-
14
Verwezen kan worden naar het artikel „Het Arte-
mis-plaatsbepalingssysteem", door Ing. C. C. J.
Oord. Geodesia 1973, novembernummer, blz. 242.
Fig. 3. Antenne-unit Mobile op de secundaire toren
van het tunnelelement.
Fig. 2. Antenne-unit Fix op de uitzichttoren van de
suikerfabriek.