s
boratoriummetingen worden uitgevoerd, tijdens
de drukontlasting, het boren en kernen en het
transport, zodanig wordt verstoord dat het ma
teriaal qua compactie-eigenschappen niet meer
representatief is voor het formatiegedrag onder-
grondis. Deze mogelijkheid is reeds in een vroeg
stadium van het laboratoriumonderzoek onder
kend [1] en was één van de voornaamste rede
nen voor de radioactieve metingen in diepe
observatieputten. De eerste resultaten van deze
150.000-1
140000
130000
120.000-
110.000-
100.000
90000
DELFZIJL
GRONINGEN
20 KM
Fig. 7. Contourkaart van de waterpassing 1964/1965-1972, gebaseerd op alle gewaterpaste peilmerken (contour-
interval 10 mm).
8