metingen duiden ook op een aanzienlijk lagere
compactiecoëfficiënt dan in de oorspronkelijke
prognoses werd gebruikt.
2. Voorspellingen
Met het gewijzigde rekenmodel zijn voorspel
lingen berekend voor zakking a.g.v. aardgasont
trekking voor de komende jaren. Deze komen
in de plaats van de in 1971 gepubliceerde prog
noses, welke bewust pessimistisch werden ge
geven en die met de thans beschikbare informa
tie niet langer als realistisch te beschouwen zijn.
Als invoergegevens voor de nieuwe voorspel
lingen werden compactiecoëfficiënten gebruikt
die zijn afgeleid uit de waarnemingen van de
opeenvolgende waterpassingen. Bovendien is de
eerder vermelde porositeitsafhankelijkheid inge
voerd. Voor het meest noordelijke gebied, waar
geen directe porositeitsgegevens ter beschikking
staan, werd een gemiddelde porositeit3) van
15% aangenomen.
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 KM
I 1964/65
6!969
20
v v 9-1972
H-1973
30
40
50
Fig. 8. Hoogteverschil van peilmerken 1964/1965-1973.
3) poreusheid.
0 2
8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 KM
T
T~
"I T
I 1964/65
Voorspelling
1-1-1974
(maart 1975)
mm
0
9-1972
11-1973
Voorspelling
met lob.Cm)
1-1-1974(1971 Voorspelling)
Fig. 9. Hoogteverschil van peilmerken 1964/1965-1973 langs enkele trajecten over het gasveld.
9