knooppunten in. Met gebruikmaking van de oorspronkelijke meting worden de tussenpunten via lineaire interpolatie tussen de knooppunten ingerekend. Eveneens werd berekend de gemid delde standaardafwijking uit heen en terug gang, deze was 0,7 mm/km. Het programma levert per run eenmalig z.g. „nette" resumtiestaten van de gehele meting. Als uitvoer krijgt men verder een puntnummer- hoogtelijst, die ook wordt bewaard op member in het computergeheugen en een pakket pons kaarten ter mutering van de NAP-databank. Het is de bedoeling met de op member staande puntnummerhoogtelijsten een databestand op te bouwen en, zoals eveneens mogelijk is, verschil lijsten te produceren t.b.v. de isozakkingslijnen- kaart, zie fig. 6. 3. Resultaten en interpretatie In fig. 4 zijn de, voor de ondergrondse mer ken in de vrije vereffening gevonden, ver schillen tussen de diverse metingen vergeleken met de, uit de nauwkeurigheidsberekening vol gende, toelaatbare verschillen. Uit deze tabellen kan worden afgeleid dat: O.M. Heiligerlee en O.M. Wagenborgen, welke de vorige keer zijn verworpen wegens 037 nummer peilmerk 6 zakking in mm, zakkingslijnen 75 in cm basispunt grens wp '64-55 '68-59 72 ["1 afwijkend zakkings gedrag lAAfester BAFLO FZIJL tn GRONINGEN Bunde We\ on leekstermeer VEENDAM- ASSEN iiAppelscha Fig. 6. Bodemdaling 1964/65-1975. 47

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 11