64975
V
Sellingen is niet als aangehouden punt ge
bruikt omdat het geen vervangingsfunctie
heeft zoals Murmerwoude.
Uit de dalingsgrafieken (zie fig. 7) bleek
dat, bij het aanhouden van de genoemde
zeven ondergrondse merken, het zakkings
beeld het meest regelmatig was.
Bij vergelijking van het zakkingsprofiel met
die van de voorgaande metingen (zie de fig.
8 en 9) bleek ook hier de grote overeen
komst in vorm.
4. Geconstateerde problemen
Bij de metingen is voor de trajecten een
nauwkeurigheidseis voor de verschillen tus
sen heen- en teruggang gehanteerd van
3 V L. Dit zou resulteren in een nauwkeu
righeidseis voor de kringen van 1 ]/2 V L,
er dient n.l. een factor 2 in te zitten. Er
wordt echter gewerkt met een nauwkeurig
heidseis voor de kringen van 2 V L.
Volgens het interimrapport no. 1 van de
NAM van april 1975 aan de Inspecteur
Generaal zullen de dalingssnelheden t.g.v.
aardgaswinning maximaal 1 cm/jaar kun
nen bedragen. Deze voorspelling wordt on
dersteund door de tot op heden uitgevoerde
z.g. grote waterpassingen. In verband hier
mede dient bezien te worden of in het ver-
1 I 1 1 I1 20, 1 I tit I. ril 11 1 w 1 I 1 <1 I W I I' pi
49
0 2 4 6 8 10 12 ,14 16 |8 20 22 ,24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 4 4 46 48 50 52 KM
i1i111p1r~
232 231 1 219
trajektnummer
6-I969
9-I972
II-I973
Fig. 8. Hoogteverschil van peilmerken 1964/65-1975 langs enkele trajecten over het gasveld.
I 1964/65
J «969
>94972
',+114973
"+«975
#-1-1974
(1975 Voorspelling
met lob.Cm)
Voorspelling 1-1-1974
(maart 1975 to
Fig. 9. Hoogteverschil van peilmerken 1964/65-1975 langs enkele trajecten over het gasveld.
0 2 4 6 8 10 12 1,4 16. 18 20 22 24 26 28 ,30 32 34 36 3Q 40 42 44 46 .48 50 52 KM
trajektnummer