^©^©Cifeöï) DRENTSE LANDBOUW HEEFT PERSPECTIEF In Drente is de bedrijfsomvang voor veel be drijven nog te klein, Op iets langere termijn en met name indien de kostenstijgingen in de Ne derlandse economie binnen redelijke perken kunnen worden gehouden, zie ik voor de Drent se landbouw duidelijk perspectief. Voorwaarde is echter een verdergaande herstructurering van zowel de melkveehouderijbedrijven als de ak- kerbouwbedrijven« Dit o.m. zei minister mr. A. van der Stee (land bouw en visserij) tijdens de jaarvergadering van het Drents Landbouwgenootschap (DLG) op 8 december jl. in Bellevue te Assen. Selectief voorkeursrecht Naast verbetering van de cultuurtechnische om standigheden (met name perceelsvergroting en grondverbetering), zal de akkerbouw vooral ge baat zijn met oppervlaktevergroting. Uit bereke ningen, gebaseerd op de leeftijd van de huidige bedrijfshoofden en het al of niet aanwezig zijn van een opvolger, blijkt voor Drente dat de oppervlakte per bedrijf tussen 1975 en 1990 met gemiddeld 4j/j% per jaar zou kunnen stij gen. Hierbij is aangenomen, dat bedrijfshoofden zonder opvolger er op hun 65e jaar mee op houden. De indruk bestaat echter, dat de afgelopen twee jaren ook deze leeftijdsgroep ten dele geneigd is de beëindiging wat uit te stellen. Door deze ont wikkeling en door de aanspraken op landbouw grond voor niet-agrarische doeleinden, die in dit gewest tussen 0,5 en 1,0% per jaar liggen, lijkt het evenwicht tussen vraag en aanbod van grond verstoord. Theoretisch kan dat evenwicht via aanbodstimulering dan wel vraagbeperking of een combinatie hiervan hersteld worden. De mogelijkheden tot aanbodstimulering lijken ge ring. Het zal dan ook voornamelijk van vraag beperking moeten komen. In dit kader heeft minister Van der Stee het idee van een selectief voorkeursrecht gelanceerd. Dit voorgestelde voorkeursrecht bij de verkoop van landbouw grond is er niet op gericht om alle grond in overheidshanden te krijgen, doch zuiver om het aantal gegadigden, dat kan bieden op een stuk grond, sterk te beperken. Men kan in deze gedachtengang wel aan parti culieren verkopen, mits dezen maar aan bepaal de objectieve criteria voldoen, bijv. verkoop aan het naastliggende bedrijf, als dit voldoende pers pectief biedt. Pas als men geen koper kan vin den, die aan deze eis voldoet, komt de overheid in het spel. Op deze wijze beperkt men het aan tal gegadigden voor een stuk grond tot enkelen. De bewindsman meent dat daarvan een prijs- matigende werking zou kunnen uitgaan. Inrichting van het landelijke gebied De cultuurtechnische omstandigheden in Drente zijn nog lang niet ideaal. Vooral de verkaveling en de perceelsgrootte vormen nog ernstige knel punten. Rond 25% van het zandgebied heeft gemiddeld meer dan 4 kavels per bedrijf. Ook de waterbeheersing is nog niet optimaal. Een kwart van het bouwland en meer dan de helft van het grasland hebben periodiek te ma ken met duidelijke opbrengstvermindering door gebreken aan de ontwatering van de percelen. Actueel is het probleem van de watervoorzie ning. Het aantal beregenings- en bevloeiïngs- installaties is dit jaar explosief toegenomen. Uit hoofde van risicobeperking bij een intensief ge bruik van de grond is dit begrijpelijk. Een pro bleem voor de toekomst is, in hoeverre systema tisch voor wateraanvoer in droge jaren kan worden gezorgd. De bewindsman is, voorzover mogelijk, bereid mede in het kader van water- schaps- en gemeentewerken, medewerking aan verantwoorde maatregelen op dit gebied te ver lenen. Ruilverkaveling en andere cultuurtechnische werken zijn voor de Drentse landbouw van groot belang. Het is dan ook jammer te moeten constateren, dat er in de ruilverkavelingsvoor bereiding stagnatie optreedt. In dit gewest is sinds 1972 geen ruilverkaveling meer gestemd. De grote activiteit die wordt ontplooid op het gebied van de kavelruil, compenseert deze ach terstand in ruilverkaveling maar zeer ten dele. Gemiddeld is de afgelopen vijf jaren 800 ha per jaar kavelruil tot stand gekomen. Dat is op zich een goede zaak, maar bij een verkavelings behoefte van meer dan 40.000 ha zou de activi teit toch sterker gericht moeten worden op wet telijke ruilverkavelingen. Vooral de stagnatie in de ruilverkavelingsvoorbereiding in de zuid west-hoek is een bijzonder schrijnende zaak. Hierbij speelt de uitwerking van de beheers regelingen een belangrijke rol. De minister hoopt daarover binnenkort voorstellen aan het Landbouwschap voor te leggen. De ontworpen regeling is de vertaling van het politieke uit gangspunt, dat boeren die meewerken aan na tuur- en landschapsbeheer daarvoor een pas sende beloning krijgen. Anders gezegd: boeren die meewerken aan natuur- en landschapsbe heer moeten gelijke kansen hebben als boeren die zonder beperkingen produceren. Voor de Veenkoloniën lijkt er duidelijk schot te komen in de herinrichting, nu de Tweede Ka- 56

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 20