Waterpassingen over
het Groningen-gasveld
in 1975)
door P. H. de Jonge, technisch ambtenaar bij de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat.
1. Inleiding
In dit artikel wordt ingegaan op de berekening
van het waterpasnet over het Groningen-gas
veld. Het accent zal vooral liggen op de geauto
matiseerde berekeningsmethode, welke is toe
gepast. Op de achtergronden en geschiedenis
rond het gasveld is reeds dieper ingegaan in een
artikel van ing. W. A. van Beusekom in het
vorige nummer van dit blad. Daarom laat ik
het daarbij en geef alvorens op de werkwijze in
te gaan enkele cijfers.
Het waterpasnet (zie fig. 1 op pag. 50 en 51)
wordt gevormd door 88 kringen bestaande uit
279 trajecten, opgebouwd uit 1742 secties, met
een totaal gewaterpaste lengte van 1502 km
langs 1652 peilmerken.
2. Werkwijze
Gebruik werd gemaakt van de Philips PI400
computer van de Dienst Informatieverwerking
van de Rijkswaterstaat waarop achtereenvol
gens de volgende berekeningen werden uitge
voerd:
a. reductie
b. berekening kringsluittermen
c. herleiding tot nuldatum
d. vrije vereffening
e. nauwkeurigheidsberekening t.o.v. O.M. Gas-
selte
f. gedwongen vereffening
g nauwkeurigheidsberekening t.o.v. alle aange
houden punten
h. interpolatie.
a. reductie
Het programma reduceerde de grote hoeveel
heid meetresultaten tot een beter te hanteren
geheel, door na het opzoeken van de knoop-
punten de secties samen te voegen tot trajecten.
Van de 1652 aangesloten peilmerken werden er
189 als knooppunt gebruikt en hiermee is tot en
met de interpolatie verder gerekend. Tevens
werden de secties en trajecten getoetst op de
gestelde nauwkeurigheidseisen.
Bij deze toetsing voldeden 25 van de trajec
ten niet aan de gestelde eis van 3 V L tussen
heen en teruggang. Bij een toetsing aan de eis
van 4 V L, passende bij een gestelde kring-
sluitnauwkeurigheid van 2 V L, werden nog
10% van de trajecten verworpen. De secties
evenwel voldeden alle aan de eis van 3 L.
Voor de toetsingen van de waarnemingen is
gebruik gemaakt van de F-toets. Ten opzichte
van de vroeger gebruikelijke toetsrichtlijnen is
er in wezen geen verandering opgetreden. Het
geheel is nu wat meer doorzichtig geworden en
leent zich beter voor pre-interpretatie door de
computer. De definitieve interpretatie van de
meetgegevens wordt door de rekenaar gedaan.
Het reductieprogramma was evenals de rest van
de programmatuur vrij nieuw en had nauwelijks
een testfase doorlopen. De moeilijkheden welke
ontstonden waren dan ook niet geheel onver
wacht. De meeste problemen werden toch wel
veroorzaakt door de grote omvang van het te
bewerken bestand.
b. berekening kringsluittermen
Door het uitvoeren van een vrije vereffening
volgens de methode van het eerste standaard
vraagstuk zijn de kringsluittermen berekend.
De hiervoor noodzakelijke opgave van de
kringopbouw diende door een rekenaar te ge
schieden, gebruik makende van de trajectnum
mering uit het reductieprogramma. Het is bij
ons tot op heden programmatisch niet mogelijk
gebleken dit te automatiseren.
Zie voor het resultaat van de kringsluittermen
de kaart van fig. 1 (p. 50 en 51), slechts één
van de 88 kringen voldeed niet aan de gestelde
Bij de samenstelling van dit artikel is gebruik ge
maakt van het rapport „NAM-waterpassing 1975
over het gasveld Groningen", uitgebracht door de
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat.
43