In dit gebied wordt bovendien geëxperimen
teerd met beheers- en onderhoudsovereenkom-
sten.
De gemeente Valkenswaard heeft een iets glo
balere methode gehanteerd, waarbij in rasters
van 100 x 100 m allerlei elementen geïnventa
riseerd en gewaardeerd zijn:
agrarische waarde;
visueel landschappelijke waarde;
- a-biotisch milieu, als criterium voor ecolo
gische waarde.
De aanvraag voor aanlegvergunning wordt dan
beoordeeld op basis van een evenredige afwe
ging van de belangen, zoals die op de betref
fende kaarten zijn geïnventariseerd en gewaar
deerd.
De eigenlijke toedeling
In hoeverre mag de plaatselijke commissie c.q.
de rechtbank rekening houden met wensen van
rechthebbenden, voorzover die een niet-agra-
risch belang betreffen?
M.i. is de wet (art. 2) ondubbelzinnig duidelijk:
het gaat om de behartiging van agrarische be
langen. Toch is de jurisprudentie niet helemaal
eenduidig: De Roermondse rechtbank betrok
landschappelijke belangen wel degelijk in de
overwegingen 15).
Zo ook de rechtbank Almelo ie), die daarbij in
overweging nam. dat er in de betreffende ruil
verkaveling toch al zoveel natuurelementen ver
loren waren gegaan. De rechtbank 's Hertogen
bosch houdt duidelijk vast aan art. 2: Het zui
delijk deel van het Engelermeer was toegedeeld
aan het Staatsbosbeheer (SBB). Deze instantie
wilde dit gebied beheren als natuurreservaat en
wilde daarom publiek langs de oevers weren.
Het aangrenzende oeverland was echter toege
deeld aan de gemeente 's Hertogenbosch. Het
SBB maakt daartegen bezwaar en wilde een
3 m brede oeverstrook in eigendom toebedeeld
krijgen. Ofschoon de gemeente 's Hertogen
bosch niet ter terechtzitting was verschenen,
wees de rechbank het bezwaar van het SBB af,
omdat de ruilverkaveling slechts plaatsvindt ter
behartiging van agrarische belangen en het na-
gestreefde doel van reclamant daar niet onder
valt17).
Commentaar: m.i. zou deze beslissing anders
uitgevallen moeten zijn, als de betreffende oe
verstrook een niet-agrarische i.e. een nat uur-
bestemming had gehad. Tenslotte is het zinloos
om bijvoorbeeld grond aan een agrarisch be
drijf toe te delen, als die grond niet voor agra
rische doeleinden mag worden gebruikt.
3. Het planologisch overleg
Uit het voorgaande is gebleken dat van hoe
groot belang het is om de voorbereiding van
ruilverkaveling en van bestemmingsplan gelijk
tijdig en gecoördineerd te doen plaatsvinden.
Dit lijkt ingewikkeld, maar in feite is het niet
anders dan alleen maar een betere organisatie
van het ambtelijke planologische overleg dat
toch reeds bij de voorbereiding van elk van
deze plannen afzonderlijk moet plaatsvinden.
Het heeft als voordeel een betere verdeling van
de verantwoordelijkheden over de verschillende
instanties; daardoor wordt het overleg tevens
uit de vrijblijvende sfeer gehaald. Tenslotte kan
ook de inspraak voor de burger inzichtelijker
worden.
Bij het planologisch overleg met betrekking tot
de coördinatie van ruilverkaveling en ruimte
lijke ordening is het volgende onderscheid van
belang:
drie facetten van overheidsbeleid: econo
misch, sociaal-cultureel en ruimtelijk plan-
ningsveld 1S);
facet en sectorbeleid;
drie bestuursniveau's: rijk, provincie en ge
meente.
De derde nota over de Ruimtelijke Ordening
geeft het rijksbeleid aan ten aanzien van het
ruimtelijk planningsveld.
In de Rijksplanologische Commissie (RPC)
vindt door interdepartementaal ambtelijk over
leg coördinatie met de andere planningsvelden
plaats.
De structuurschema's hebben een zodanige
functie, dat ze zowel onderdeel zijn van de fa
cetplanning (ruimtelijke ordening), als van de
sectorplanning (bijvoorbeeld landinrichting).
Het structuurschema vormt derhalve de eerste
fase in de onderlinge afstemming van sector
planning en facetplanning. Deze globale af
stemming vindt plaats in de Rijksplanologische
Commissie.
Over het vijfjarig volgordeschema van uitvoe
ring van ruilverkavelingen en over de concrete
projecten vindt planologisch overleg plaats in
de Centrale Cultuurtechnische Commissie (evt.
ook in de RPC). Op provinciaal en gemeente
lijk niveau vindt de ruimtelijke integratie van
15) Rechtbank Roermond dd. 12 mei 1953.
16) Rechtbank Almelo dd. 5 november 1969, Ned.
Gemeente 30 oktober 1970, De Pacht 1970, nr.
2922.
17) Rechtbank 's Hertogenbosch dd. 12 juli 1974, De
Pacht 1975, nr. 3249.
18) Voor het onderscheid tussen de verschillende fa
cetten en sectoren van overheidsbeleid zie het rap
port „Bestuursorganisatie bij de kabinetsformatie
1971" van de zgn. Commissie Van Veen.
78