Overzicht van plannen en nota's
ruilverkavelingen plaats in het kader van
streek-, structuur- en bestemmingsplannen.
Een bijzondere complicatie bij de coördinatie
vormt het feit, dat de ruilverkaveling een pro
ject is van betrekkelijk lokaal niveau, in ieder
geval zeer concreet, terwijl de verantwoorde
lijkheid er voor bij het rijk berust; ook de zgn.
Plaatselijke Commissie (PC) is een rijksor
gaan 1!)). De ruimtelijke ordening daarentegen
is sterk gedecentraliseerd.
De interimnota Landinrichtingswet legt het
zwaartepunt voor de coördinatie op streekplan
niveau; omdat enerzijds dit niveau juist tussen
rijk en gemeente in staat en derhalve zicht heeft
op doeleinden en mogelijkheden van de beide
andere bestuursniveau's en anderzijds een ruil
verkaveling bijna altijd meerdere gemeenten be
treft.
Rothuizen legt in zijn preadvies voor de VAR
1976 -0) het accent voor de bestuurlijke inte
gratie bij streekplan en structuurplan, terwijl
naar zijn mening voor wat betreft het juridisch
integratiekader het accent ligt bij het gemeen
telijk bestemmingsplan.
De operationele gebiedsaanwijzing van De Haan
betekent in feite een institutionalisering van het
planologisch overleg, waarvan het resultaat in
een bindende principe beslissing wordt vastge
legd. Zowel in de gedachtengang van Brus-
saard, als van Rothuizen, als van De Haan ligt
de sleutel voor een goede coördinatie tussen
ruilverkaveling en ruimtelijke ordening in het
streekplan. De Provinciale Planologische Com
missie speelt daarbij een belangrijke rol, omdat
daarin zowel rijks- als provinciale ambtenaren,
als ook meestal enige vertegenwoordigers van
de gemeenten zitting hebben.
4. De sleutelpositie van het streekplan
De provincie speelt een belangrijke rol bij de
coördinatie van ruilverkaveling en ruimtelijke
ordening. De provincie heeft n.l. de beslissings
bevoegdheid of een ruilverkavelingsplan al dan
niet ter stemming aan de eigenaren zal worden
voorgelegd en daarnaast ook de goedkeurings
bevoegdheid over gemeentelijke bestemmings
plannen.
De provincie voert zijn beleid op basis van een
streekplan. Zo'n streekplan is echter vaak te
globaal om bij een concreet geschil tussen ruil
verkaveling en bestemmingsplan knopen door
te hakken, terwijl het toch wel een bovenge-
meentelijk belang is, dat er geen impasse ont
staat.
Art. 4 lid 8a WRO geeft de mogelijkheid om
*G
VRO bijna alle departementen)
derde nota Ruimtelijke Ordening
deel 1 Oriënteringsnota (vastgesteld)
deel 2 Verstedelijkingsnota (inspraak)
deel 3 Landelijkgebiednota (in voorbereiding)
structuurschets landelijk gebied
structuurschema landinrichting
andere structuurschema's
CRM (L en V, VRO)
drie groene nota's
nota Nationale Parken;
interimnota Nationale
Landschapsparken
Relatienota
L en V
nota Intensieve Veehouderij;
Memorie van toelichting
begroting 1972;
Uitvoeringsschema ruilver
kavelingen jaarlijks vast te
stellen voor vijf jaar.
provincie
streekplannen
Evt. uitwerking van een gedeelte van een streekplan
voor een landschapspark of een landinrichtingsproject
(art. 4 lid 8 WRO).
gewesten
gewestelijke structuurplannen
locaal
bestuur
gemeentelijk structuurplan
gemeentelijke bestemmingsplannen
ruilverkavelingsplan
plan van wegen en
waterlopen
landschapsplan
plan van toedeling
19) KB 18 oktober 1966, 27, wet BAB, De Pacht
1966 no. 2671.
20) J. Rothuizen, Nieuwe juridisch-bestuurlijke ont
wikkelingen in de ruimtelijke ordening, in het bij
zonder voor wat betreft het gemeentelijk instru
mentarium, blz. 182, VAR geschrift LXXVI1I.
80