ruimtelijke ordening kent daarvoor twee metho
den:
1de anticipatie, d.w.z. dat een uitvoeringsplan
onder bepaalde voorwaarden enigszins voor
uitloopt op een bestemmingsplan.
2. flexibiliteitsbepalingen in bestemmingsplan
nen; ik zou liever willen zeggen, dat het be
stemmingsplan zonodig in een procesmatige
vorm gegoten kan worden.
7. Heroverweging van ruilverkavelingsprojec
ten?
Er wordt tegenwoordig vaak op aangedrongen
bij de overheid om allerlei langlopende uitvoe
ringsprojecten in heroverweging te nemen en te
toetsen aan de nieuwere inzichten omtrent het
natuurlijk milieu. Zie bijvoorbeeld de Deltawet
van 1958, die onlangs ten aanzien van de Oos-
terschelde herzien is.
Ten aanzien van ruilverkavelingen stellen de
boeren daar vaak tegenover, dat een eenmaal
gestemde ruilverkaveling de verplichting tot
uitvoering met zich brengt.
Om een goed inzicht te krijgen in dit probleem,
moeten we ons realiseren, dat de ruilverkave
ling uit kracht der wet een enkaptische ver
vlechting is van publiek- en privaatrecht22).
Derhalve zijn gedeeltelijk publiekrechtelijke en
gedeeltelijk privaatrechtelijke rechtsregels van
toepassing.
Het aspect in de ruilverkaveling, dat betrekking
heeft op de verandering in de eigendomstoe
stand, heeft n.l. heel duidelijk een privaatrech
telijke oorsprong. Bij de ruilovereenkomst en
ook de ruilverkavelingsovereenkomst ontstaan
subjectieve rechten op nakoming. Bij de ruil
verkaveling uit kracht der wet is geen volledige
wilsovereenstemming nodig; een minderheid
der eigenaren kan de ruilverkaveling niet meer
tegenhouden. Daarmee is de ruilverkaveling het
publieke recht binnen getreden: maar zijn daar
mee ook alle privaatrechtelijke rechtsgevolgen
verloren gegaan? Waarom zou het subjectieve
recht op nakoming niet behouden zijn?
Wat betreft de voorzieningen draagt de ruil
verkaveling veel meer een publiekrechtelijk ka
rakter. De rechtbank 's Hertogenbosch vond,
dat de vaststelling door Gedeputeerde Staten
van het plan van wegen en waterlopen kenne
lijk administratief bedoeld is en geen subjec
tieve rechten van de deelnemers der ruilverka
veling beoogt te scheppen 23). Dezelfde recht
bank vond in een ander geval dat voorzieningen
nimmer volledig hoeven te zijn, dat ze gebreken
kunnen blijven vertonen, afhankelijk van de be
groting. Eventueel vindt verrekening plaats in
de lijst der geldelijke regelingen 24).
Ten aanzien van de uitvoering van voorzienin
gen kan er derhalve wel degelijk sprake zijn van
heroverweging volgens de normale procedures
van besluitvorming bij de overheid. Als het
privaatrechtelijk aspect van de ruilverkaveling
inderdaad nog zo sterk is, dan zal heroverwe
ging echter nooit zover mogen gaan, dat in feite
de ruilverkaveling onmogelijk wordt.
Enige voorbeelden:
De gemeente Oirschot
In 1965 is de ruilverkaveling Oirschot-Best ge
stemd. Het stemmingsrapport (art. 34 Ruilver-
kavelingswet) bevat t.a.v. het plan van toedeling
o.a. twee onderling tegenstrijdige doelstellingen:
verbetering van de landbouwstructuur en be
houd van het karakter van het landschap.
Synthese van deze beide doelstellingen zou al
leen goed mogelijk geweest zijn, als er voldoen
de grond was om incidenteel zgn. overbedeling
toe te passen. De grondmarkt is echter erg krap
gebleken, waardoor de Stichting Beheer Land
bouwgronden onvoldoende grond heeft kunnen
aankopen.
De gemeente Oirschot heeft nu via een afwe
ging in bestemmingsplankader (middels een
aanlegvergunningensysteem) aangedrongen op
een evenwichtige belangenafweging, die niet on
evenredig ten koste van het landschap mag
gaan.
De gemeente Heeswijk-Dinther
De ruilverkaveling De Leygraaf was reeds in
een vergevorderd stadium van uitvoering, toen
de gemeente Heeswijk-Dinther een ontwerp-
bestemmingsplan voor het landelijk gebied ter
visie legde. Het plan van toedeling had reeds
ter visie gelegen. Voorzover er geen bezwaren
tegen waren ingebracht stond het plan van toe
deling reeds vast (art. 86 lid 1 Ruilverkave-
lingswet 1954).
Tegen het bestemmingsplan werd bezwaar ge
maakt omdat ruilverkavelingswerken niet aan
een aanlegvergunning werden verbonden en
werken door particulieren wel 25).
22) Prof. mr. H. J. van Eikema Hommes, „De ele
mentaire grondbegrippen der rechtswetenschap",
blz. 132 en 423 e.v.
23) Rechtbank 's Hertogenbosch dd. 9 januari 1964,
ruilverkaveling Maaskant-West, De Pacht 1964,
nr. 2507.
24) Rechtbank 's Hertogenbosch dd. 6 december 1963,
ruilverkaveling Ten Westen van de Capelsevaart,
De Pacht 1964 nr. 2508.
25) Zie ook het zeer recente KB 2 februari 1977, 28
Valkenswaard, bestemmingsplan Natuurgebieden,
waarbij de Kroon het in dat geval onjuist oor
deelde ruilverkavelingswerken uit te zonderen van
het vereiste van aanlegvergunning.
82