bare lichamen (toepassing art. 13). Enige recht
hebbenden waren daartegen in beroep gegaan
bij de Kroon, omdat het wettelijk toegestane
maximum van 5% verre zou zijn overschreden
en bovendien de betreffende doeleinden in
strijd met het geldende bestemmingsplan zou
den zijn.
De Kroon verklaart de bezwaren van de recla
manten ongegrond, omdat Gedeputeerde Staten
inmiddels de hoeveelheid art. 13 grond enigs
zins hebben verkleind en omdat door een actief
aankoopbeleid door de Stichting Beheer Land
bouwgronden de uiteindelijke toewijzing bij het
plan van toedeling naar redelijke verwachting
beneden de wettelijke 5% zal blijven.
Verder is de Kroon van mening, dat toewijzing
van kavels aan openbare lichamen niet gebon
den is aan de eis, dat ter zake van een onher
roepelijk goedgekeurd bestemmingsplan sprake
moet zijn 6).
c) Overloon-Merselo
Tegen de toewijzing van kavels aan openbare
lichamen (toepassing art. 13) waren twee recht
hebbenden in beroep gegaan bij de Kroon voor
wat betreft drie kavels:
het Maasheggengebied in de gemeente Vier
lingsbeek;
een perceel (0.80 ha) in het dal van de St.
Jansbeek in de gemeente Vierlingsbeek;
een 10 m brede beplantingsstrook bij de
Kempkensbergloop in de gemeente Venray.
Gedeputeerde Staten hadden dd. 6.12.'72 de
bezwaren ongegrond verklaard met als voor
naamste motieven:
landschapsbelang;
agrarisch belang, omdat i.v.m. te verwach
ten bestemmingsplannen de nadelen van
mogelijke onteigening soepel in ruilverkave-
lingsverband opgevangen zouden kunnen
worden op de gebruikelijke manier van
art. 13 Ruilverkavelingswet.
Commentaar: GS liepen daarbij vooruit op
toekomstige bestemmingsplannen, omdat op dat
moment voor de betreffende drie gedeelten
slechts oude onduidelijke zgn. uitbreidingsplan
nen in hoofdzaak geldend waren.
Voor het Maasheggengebied hebben GS echter
dd. 24.4.'74 een bestemmingsplanherziening
goedgekeurd, waartegen echter nog een Kroon-
beroep hangende is; in dit nieuwe plan is het
Maasheggengebied bestemd tot „gebied van
landschappelijke en natuurwetenschappelijke
betekenis met agrarisch gebruik".
Voor het dal van de St. Jansbeek is pas eind
1975 een voorontwerp-bestemmingsplan gereed
gekomen, waarin B. en W. voorstellen om het
betreffende perceel tot natuurgebied te bestem
men.
Voor het gebied Kempkensbergloop is een ont-
werp-bestemmingsplan in een pril stadium van
voorbereiding, waarbij een ambtelijke werk
groep heeft voorgesteld het noordelijk deel te
bestemmen tot agrarisch gebied van landschap
pelijke waarde en het zuidelijk deel als agra
risch gebied waar landschapsopbouw gewenst
is.
De Kroon vernietigt het GS-besluit alleen voor
wat betreft de St. Jansbeek en de Kempkens
bergloop, wegens strijd met art. 2 van de Ruil
verkavelingswet, omdat de ene appellant het
perceel in het dal van de St. Jansbeek dringend
nodig heeft als huiskavel met het oog op het
voederen van zijn melkvee en omdat de be-
plantingsstreek aan de Kempkensbergloop leidt
tot schaalverkleinende kavelinkorting en boven
dien schaduwwerking en wild- en wortelschade
zullen ontstaan.
De Kroon noemt het bestemmingsplan niet,
maar het is wel opvallend dat de toewijzing van
het Maasheggengebied niet vernietigd wordt,
terwijl daar de herziening van het bestem
mingsplan in een vergevorderd stadium is. Het
is wel toevallig dat de bestemmingssplannen
van de beide andere percelen zich pas in een
zeer pril stadium van voorbereiding bevon
den 7).
d) Nieuw-Scheemda
Tegen de toewijzing van kavels aan openbare
lichamen (toepassing art. 13) waren enkele
Coöperatieve Landbouwverenigingen en een
tweetal rechthebbenden in beroep gegaan bij de
Kroon voor wat betreft een beplantingsstrook
langs de Botjeswijk.
De Kroon ontvangt de Coöperatieve Land-
bouwverenigingen niet in hun beroep, omdat ze
geen rechthebbenden en pachters zijn en ook
niet namens zodanigen optreden (art. 45 Ruil
verkavelingswet).
De Kroon acht het beroep van de beide recht
hebbenden gegrond, omdat de betreffende toe
wijzing niet in overeenstemming is met het door
de ruilverkaveling beoogde doel, hetgeen werd
afgeleid uit de landbouwkundige nadelen, welke
daarvan het gevolg zouden zijn 8).
In deze procedure is de verhouding tot het be
stemmingsplan niet ter sprake geweest.
6) KB 22 september 1970, 27, zie CD-jaar verslag
1970 blz. 38,39.
7) KB 19 juni 1975, 45, zie CD-jaarverslag 1975
blz. 34.
8) KB 11 april 1975, 52, zie CD-jaarverslag 1975
blz. 34. A.B. 1975, no. 270.
72