ofwel het landschapselement ontleent zijn
grote betekenis (mede) aan de omstandig
heid dat het een structurerend gegeven is in
een beheers- of reservaatgebied als bedoeld
in de beschikking Beheersovereenkomsten,
dan wel in grote landschapseenheden met
bijzondere kwaliteiten in natuurwetenschap
pelijk, landschappelijk en/of cultuurhisto
risch opzicht.
Criteria voor de kwalitatieve selectie van land
schapselementen worden thans ontwikkeld.
Uit het bovenstaande blijkt dat de rijksverant
woordelijkheid voor het onderhoud van land
schapselementen duidelijk beperkt is. Dat wil
overigens niet zeggen, dat met de instandhou
ding en het onderhoud van landschapselemen
ten die buiten de gestelde criteria vallen, geen
algemeen belang gediend zou zijn. Gezien de
meer regionale en lokale betekenis van deze
elementen wordt er echter van uitgegaan, dat
hier primair een taak ligt voor provinciale en
gemeentelijke overheden. Overigens is niet al
leen de overheid verantwoordelijk voor de in
standhouding en het onderhoud van land
schapselementen, maar ook de burger zelf. Bin
nen de Nederlandse maatschappelijke verhou
dingen mag redelijkerwijs van particulieren wor
den verwacht dat zij, ook zonder financiële
vergoedingen, in het algemeen belang een be
scheiden bijdrage leveren aan de instandhou
ding en de verzorging van het landschap.
In veel sterkere mate nog geldt dit voor ge
meenten en openbare lichamen als waterschap
pen. Gegeven deze uitgangspunten zullen on-
derhoudsovereenkomsten dan ook slechts wor
den afgesloten voor landschapselementen die,
naar aantal of oppervlakte gemeten, een be
paald minimum overschrijden (drempelwaarde).
Gezien de grote verscheidenheid aan land
schapselementen in Nederland en de daardoor
optredende verschillen in onderhoud, zullen
voor diverse typen van elementen (bijv. knot
wilgen, hakhoutwallen, heggen, fragmenten na
tuurterrein) verschillende modelovereenkom
sten worden gehanteerd, die enerzijds voldoen
aan de algemene opzet als vastgelegd in de
onderhavige beschikking, maar anderzijds vari
eren in de omschrijving van de onderhoudsver
plichtingen en dus in de hoogte van de vergoe
dingen. Binnen de algemene kaders van deze
model-overeenkomsten blijft uiteraard ruimte
voor specifieke onderhoudshandelingen, zoals
die, afhankelijk van de concrete situatie, ge
wenst of noodzakelijk kunnen zijn.
De geldelijke vergoeding wordt in beginsel jaar
lijks uitbetaald en is in principe opgebouwd uit
drie elementen, te weten:
honorering van werkzaamheden en materi
aalkosten;
een tegemoetkoming in de vaste lasten;
een vergoeding voor een eventueel optie-
recht op aankoop van de grond door de
Staat.
De vergoeding voor een eventueel optierecht
op aankoop van de grond door de Staat draagt
een facultatief karakter, in tweeërlei opzicht. In
de eerste plaats zal dit onderdeel niet in de
overeenkomst worden opgenomen, indien de
eigenaar dit niet wenst. In de tweede plaats is
een optierecht van Staatswege in beginsel alleen
dan gewenst, indien het desbetreffende land
schapselement deel uitmaakt van een beheers-
of reservaatgebied als bedoeld in de beschik
king Beheersovereenkomsten, en slechts in zeer
bijzondere gevallen buiten deze gebieden. Zulke
gevallen kunnen zich onder meer voordoen bij
uiterst waardevolle landschapselementen, bij
situaties aansluitend op natuurreservaten en in
gevallen waarin relatief grote bedragen door de
Staat worden geïnvesteerd in het onderhoud van
landschapselementen.
De hoogte van de vergoedingen zal, voor wat
betreft de beide eerstgenoemde elementen, pe
riodiek worden aangepast aan de loonontwik
keling, resp. de stijging van de vaste lasten.
De relatie tussen de beschikking Onderhouds
overeenkomsten Landschapselementen en de
beschikking Beheersovereenkomsten vraagt nog
enige nadere toelichting. Zoals gezegd kunnen
onderhoudsovereenkomsten worden afgesloten
in gebieden waarop de beschikking Beheers
overeenkomsten van toepassing is. Zodra even
wel agrarische ondernemers in deze gebieden
op grond van laatstgenoemde beschikking over
gaan tot het afsluiten van een beheersovereen
komst voor gronden met landschapselementen
waarvoor een onderhoudsovereenkomst gold,
komt deze laatste te vervallen. De onderhouds
verplichting zal dan worden opgenomen in de
af te sluiten beheersovereenkomst. In beheers
en reservaatgebieden als bedoeld in de Relatie
nota worden onderhoudsovereenkomsten krach
tens de onderhavige beschikking dan ook alleen
aangegaan vooruitlopend op beheersovereen
komsten.
Geschillen welke voortvloeien uit onderhouds
overeenkomsten, kunnen door partijen worden
aangebracht bij een zgn. geschillencommissie.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ener
zijds de vaste geschillencommissies die per pro
vincie worden ingesteld op grond van de be
schikking Beheersovereenkomsten, en ander
zijds geschillencommissies die ad hoc in het le-
115