meertaal-machine zal daarentegen een aanzien lijk groter aantal impulsen tijdelijk opslaan, tot het moment waarop de verzamelde impulsen duidelijk 'zin' dan wel 'onzin' betekenen. In het eerste geval wordt de hele serie impulsen om gezet in een interne actie-opdracht, in het twee de geval volgt (vaak) een foutmelding. Men zou 'knoppentaal' vrij goed kunnen vergelijken met een rudimentaire vorm van Chinees: een toets aanslag een karakter, d.w.z. ongeveer één instructie. (De Engelse benaming voor 'knop pentaal' is: assembler code). Computermensen (gek woord eigenlijk) zijn over het algemeen gauw geneigd knoppentaai als inferieur en, op zijn best, als kinderachtig af te doen. Ik geloof dat zij hierin hoe langer hoe meer ongelijk gaan krijgen, en wel om de vol gende redenen. Een taal is een noodzakelijk hulpmiddel om in contact te kunnen treden met interessante mensen of hun geestesprodukten. (Ik ga hier voorbij aan de esthetische waarde van sommige talen: Algol, Fortran en Basic be horen zeker niet tot die groep). De stimulans tot het leren van vreemde talen neemt toe naar mate de wens groeit tot het communiceren met intelligenties die niet onze taal spreken. Com puters zijn au fond uitermate stomme en on interessante stukjes intelligentie, en de stimulans tot het leren van bijvoorbeeld Fortran IV kan voor een weldenkend mens alleen maar zeer veel kleiner zijn dan die tot het leren van Pid gin-Engels. Voor knoppentaai hoeft men nagenoeg niets te leren: het is vergelijkbaar met de manier waarop men een hond commandeert: AF, KOEST en ZIT, bij wijze van spreken. Het zij gezegd: de computer kan met behulp van een programmeertaal meer 'begrijpen' dan derge lijke simpele kreten. Ik meen echter dat de beste stimulans tot het leren benutten van die mogelijkheden ligt in een automatisch toene mende fustratie door de beperktheid van knop pentaai, naarmate men er langer mee werkt en vooral complexere problemen wil oplossen. De ontwikkeling van de knoppentaalmachine is inmiddels zover gekomen dat zij voor diverse mathematisch en systematisch eenvoudige technische disciplines volkomen bruikbaar zijn. Zelf weersta ik zeker vijftien jaar de aandrang een programmeertaal werkelijk goed te leren. Ik heb dus een heleboel niet geleerd wat ik anders inmiddels niet meer had kunnen ge bruiken. Te behandelen machines De keuze, welke apparaten in dit artikel bespro ken moeten worden en welke niet, is moeilijk. Dit komt hoofdzakelijk door de enorm snelle ontwikkeling in deze tak van de elektronica. Machines zijn in twee a drie jaar verouderd. Deze veroudering kent twee vormen: zuiver technisch en prijs-technisch. De laatste vorm van veroudering is momenteel de meest onver biddelijke. Het resultaat van deze gang van zaken is dat sommige, pakweg drie jaar geleden aangeschaf te apparaten nog steeds naar volle tevredenheid functioneren, maar als eventuele nieuwe aan schaf beslist niet in aanmerking komen. In deze categorie vallen bijvoorbeeld veel Japanse machines die een paar jaar geleden nog volop in de running waren, maar die men bijna ner gens meer in de verkoop tegenkomt. Evenzeer is het mogelijk dat er morgen een zeer interessant apparaat op de markt verschijnt, door een op dat moment niet op dit gebied ope rerend merk. Bijvoorbeeld Casio en CBM ver tonen neiging in die richting. Juist wegens deze vluchtigheid van 'moment-opname' hoop ik, door middel van het dieper ingaan op diverse aspecten van de apparatuur, voldoende infor matie te kunnen verstrekken om de lezer in staat te stellen, zelf andere apparaten te beoor delen. De drie, hier verder te bespreken machi nes zijn: Texas Instruments SR-60; Canon Canola SX-100 en SX-300; Hewlett Packard 9815A. Texas Instruments SR-60 De voordelige operateurs machine (prijs 8.720— incl. BTW) Deze is van het drietal de meest recente machine: nog maar pas op de markt en op dit moment nog slechts beperkt leverbaar. De machine bestaat in een kleine en een grote uitvoering. Dat verschil is van buiten niet zicht baar, maar wordt gevonden in de geheugenom- vang: 480 programmastappen en 40 dataregis- ters (variabelen-berging), respectievelijk 1920 programmastappen en 100 dataregisters, uit breidbaar tot maximaal 430 dataregisters. Ik wil hier onmiddellijk aan toevoegen dat de kleine versie naar mijn mening niet interessant is voor de technicus (hetzelfde geldt voor de kleine versies van de Canon-en de Hewlett Packard- machines). Dit komt doordat zelfs een beschei den gebruik van de mogelijkheid van tekstuit- voer hun programmageheugen al snel overbe last. En die tekstuitvoer is nu juist het meest interessante aspect van tafelapparaten tegen over zakrekenmachines. Door middel van tekst verwerking kan een programma met de gebrui- 104

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 4