Hoe ziet u het verschil tussen uw opleiding en de tegenwoordige opleiding tot geodetisch ingenieur? De opleiding die ik heb gehad was ambachte lijk gericht. Men werd hoofdzakelijk opgeleid voor de uitoefening van het beroep landmeter. De meeste vakken concentreerden zich op me ten en rekenen. Het beroepsbeeld van de geo detisch ingenieur is de laatste jaren erg veran derd. Veel afgestudeerden (o.a. bij gemeente lijke grondbedrijven) komen nauwelijks in aan raking met meten of met kaartvervaardiging. Bij de herprogrammering van de studie in 1974 is hiermee rekening gehouden. De opleiding is veel breder geworden, getuige de nieuwe leerstoel Vastgoedsystemen en de nieuwe in houd van de leerstoelen Fysische Geodesie, Planologische Geodesie en Recht. Daarnaast geloof ik dat het onderwijs veel fundamenteler wordt gegeven. De studie is ontegenzeggelijk zwaarder geworden. Bent u na uw afstuderen gelijk als medewerker bij de Afdeling gekomen? Eigenlijk al eerder. In 1960 werd ik student assistent voor hele dagen bij de leerstoel Pla nologische Geodesie. Na mijn afstuderen in no vember 1961 werd ik meteen medewerker bij de Afdeling. Op verzoek van de zijde van de Technische Hogeschool werd ik ontslagen van mijn verplichting gedurende vijf jaar bij het Kadaster te werken. Uw algemene loopbaan als wetenschappelijk medewerker. Wat zijn uw contacten buiten de Afdeling in binnen- en buitenland? Aanvankelijk verrichtte ik onderzoek op het gebied van de ruilverkaveling. De leerstoel van prof. Witt breidde zich van de Planologi sche Geodesie uit met de vakken „kadaster", „optische lengtemeting" en „gemeentelijk grondbedrijf". Vooral voor de optische lengte meting kreeg ik veel belangstelling. Ik heb mij nogal bezig gehouden met de ontwikkeling van terrestrische instrumenten. Dit heeft zelfs gere sulteerd in een dissertatie, die betrekking had op de ontwikkeling van een zelfreducerende automatische tachymeter. Eén van de gevolgen van deze promotie was een aanbieding, die ik kreeg van het Oude Delft concern, om als ad viseur voor de ontwikkeling van geodetische apparatuur op te treden. Dit heeft geresulteerd in een groot aantal lezingen, die ik over mijn onderzoek in Engeland, Frankrijk en Duitsland kon houden. Van deze contacten met de in dustriële beroepspraktijk heb ik in bedrijfs economische zin veel geleerd en ook van de zaken die in deze sector van de geodesie wer kelijk een rol spelen. Hoe ziet u de maatschappelijke betekenis van uw vak? De overheid (rijk, provincie, gemeente) heeft het bestuur over drie belangrijke gebieden t.w. de bevolking, het vastgoed en de activiteiten (vergelijk de indeling van de SOAG). Mijn vakgebied bestrijkt de informatieverzorging van alle activiteiten van de overheid en particulie ren met vastgoed. Onder vastgoed moet wor den verstaan alle objecten die een vaste plaats hebben ten opzichte van het aardoppervlak. De informatie heeft betrekking op de vastgoedob jecten zelf en op gegevens die in directe relatie staan tot de vastgoedobjecten. De informatie wordt verzameld in zogenaamde vastgoedsystemen, waarvan we er in Nederland honderden bezitten. Ik houd de laatste tijd nogal wat voordrachten over mijn vakgebied. In verband hiermee heb ik wat berekeningen uitgevoerd. Ik kwam tot de conclusie dat het ver zamelen, verwerken en verstrekken van vast goedinformatie onze samenleving minstens één miljard gulden per jaar kost. Door de voort schrijdende automatisering wordt dit bedrag in de toekomst nog hoger. Ziet u voor de toekomst nog grote ontwikke lingen in uw vak? Er zijn belangrijke ontwikkelingen te verwach ten in het juridisch-maatschappelijke en in het technisch-wetenschappelijke vlak. Merkwaardig is het dat voor de belangrijke maatschappelijke activiteit van de informatie verzorging met betrekking tot vastgoed nauwe lijks enige wetgeving bestaat. Deze zal zo spoe dig mogelijk moeten worden ontwikkeld. On der andere zal hierin de coördinatie tussen de vele vastgoedsystemen moeten worden geregeld. Andere belangrijke problemen ontstaan door de toenemende automatisering. De toepassing van de nieuwe gegevensbanktechnologie, de opkomst van de interactieve systemen, etc. le veren belangwekkende ontwikkelingen voor het vakgebied. In mijn onderzoek en onderwijs ben ik verder van plan nogal wat aandacht te be steden aan vastgoedsystemen in ontwikkelings landen. 179

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 19