AWAT WE/VSW/J P
HGT IA&OGA TOB/e/M
GgOM lABOmrOG/OM
AEBO-MBOMTO&m
ee/f/ire-iABOBAro&m
Z. OrtsrAHD/GH£t&it /Af
€G/vae//Mreposr
BU/TSH X ATrtOSFEea
eew/CHrzoasHe/p
Ke/tAtre-aMG£w/t/6
In de wetenschap pleegt men aan een experi
ment hoge eisen te stellen. Ongewenste invloe
den dienen geweerd te worden, en daarom
bouwt men met het oog op die experimenten
goed-geconditioneerde ruimten: de laboratoria.
Normaliter is een laboratorium een gebouw.
Voor bepaalde experimenten wenst men de in
vloed van de aardse atmosfeer goeddeels uit te
schakelen (bv. voor vele sterrekundige onder
zoekingen); soms ook wenst men een weidse
blik over het aardoppervlak te werpen om be
paalde fenomenen in hun geografische samen
hang te kunnen ontwaren (zoals bv. in de
geologie). In aansluiting op deze behoeften zijn
laboratoria ontwikkeld, die aan boord van vlieg
tuigen ondergebracht zijn.
Menig experiment zou echter gebaat zijn bij een
laboratorium dat geheel buiten de atmosfeer
gebracht kan worden: het ruimte-laboratorium.
De eerste omstandigheid is dan uiteraard, dat
men zich buiten de atmosfeer bevindt: dit is
vooral belangrijk voor de sterrekunde, in het
bijzonder voor het verrichten van waarnemingen
van straling die ten gevolge van de atmosfeer
niet vermag door te dringen tot de aarde. Voor
de Remote Sensing van de aarde is het een
voordeel dat een waarnemingspost in de ruimte
niet rechtstreeks door atmosferische verschijn
selen wordt beïnvloed.
De tweede omstandigheid betreft de gewicht
loosheid. Deze opent nieuwe vooruitzichten
voor bepaalde industriële processen zoals het
kweken van zeer zuivere monokristallen van
grote omvang.
De derde omstandigheid betreft de aanwezig
heid van het ruimtevoertuig in de ruimte met
haar typische eigenaardigheden:
het zonlicht beschijnt het voertuig krachtig
en van één kant;
de aanwezigheid van meteorieten;
de aanwezigheid van de „zonnewind", dat
is een stroom van elementaire deeltjes die
met hoge snelheid van de zon wegvliegen.
165