smcesHiurne
F. OPBOOIVI/AA/P
2 FM/V JAGERS
GROTE TAA/Z
ORB/7ER
De lancering van de Space Shuttle vindt plaats
door het tot ontbranding brengen van de twee
aanjagers (Eng.: boosters), die op vaste brand
stof werken. Gezorgd is voor een zeer geleide
lijke toeneming van de snelheid vanwege de
eerder genoemde gunstige effecten: het wegval
len van de noodzaak om de geleerden een as
tronauten-training te geven en om de instru
menten zo te ontwikkelen, dat ze tegen zware
versnellingen bestand zijn. Nadat de aanjagers
zijn uitgebrand worden ze losgekoppeld en val
len ze naar de aarde terug. Parachutes zorgen
voor een comfortabele landing; later zal men de
aanjagers, na voorziening van de nodige brand
stof, wederom kunnen benutten.
De orbiter gaat ondertussen verder naar de
baan in de ruimte door het inschakelen van de
eigen motoren. De brandstof nodig voor deze
handeling wordt onttrokken aan de grote ex
terne tank. Na het opgebruiken van de in de
tank opgeslagen brandstof is de orbiter aan
gekomen in de ruimtebaan en wordt de grote
tank afgestoten; deze zal na verloop van tijd
in de atmosfeer verbranden.
Nadat de orbiter in de baan is gekomen kun
nen de luiken van het ruim geopend worden.
Indien Spacelab aanwezig is kunnen de waar
nemingen van de astronomische objecten, de
ruimte en onze aarde een aanvang nemen.
169