één hand te zijn. De coördinerende bewinds man zou zijn taak als coördinator ook niet kunnen vervullen indien hij gelijkertijd eerste verantwoordelijke voor de uitvoering zou zijn. Dit is het uitgangspunt van het Kabinet en met name ook van minister Gruyters. Daarom zal de minister van Landbouw en Visserij ook de eerste ondergetekende zijn van het Structuur schema landinrichting en van de op stapel staande Landinrichtingswet» Aldus verdedigde minister Van der Stee zijn plaats als eerste ondertekenaar van het wets ontwerp Regelen met betrekking tot de her inrichting van Oost-Groningen en de Gronings- Drentse Veenkoloniën in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die het ontwerp 15 en 16 juni j.l. behandelde. Het ontwerp bevat de uitwerking van één van de belangrijkste beleidsvoornemens die zijn neergelegd in de Nota Noorden des Lands van 1972. De bewindsman benadrukte bij deze ge legenheid de vorm van kaderwet van het wets ontwerp, waarbij de betrokken provincies veel mogelijkheden krijgen om in te vullen in welke richting zij de meeste nadruk willen leggen bij de uitvoering. Centrale Cultuurtechnische Commissie De belangrijke adviserende rol van de Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC) verduide lijkte minister Van der Stee als volgt. De uit voering van de herinrichting is een onderdeel van het rijksbeleid ter stimulering van regio nale welvaart en welzijn. Rijk, provincie en lo kaal bestuur moeten gezamenlijk tot besluit vorming komen over de wijze waarop. De sa menstelling van de herinrichtingscommissie is erop gericht, dat ontwerp-programma en -plan zo goed mogelijk gebaseerd worden op de van uit de regio gevoelde behoeften. De CCC dient als spil van het ambtelijke interdepartementale overleg een gezamenlijke standpuntbepaling van de betrokken departementen voor te be reiden. De CCC brengt advies uit over het voorontwerp van de herinrichtingscommissie. Gedeputeerde Staten beoordelen het vooront werp van het programma en leggen het ter visie. Provinciale Staten stellen het in ontwerp vast, waarbij zij acht slaan op de ingediende bezwaren. Bij de afwerking van het vooront werp vragen zij advies aan de CCC. Dat is ook logisch omdat repercussies die in strijd zijn met het rijksbeleid, uiteraard met name met de gro te financiers, moeten kunnen worden voorko men. Dan komen de ministers die het herinrich tingsprogramma vaststellen, die uiteraard al leen om zeer ernstige redenen in afwijking van het ontwerp van Provinciale Staten zullen ope reren. Zij winnen niet alleen het advies van de Rijksplanologische Commissie in, waar de be langenafweging in ruimtelijk opzicht wordt gecoördineerd, maar ook het advies van de CCC, waar de ambtelijke standpuntbepaling vanuit de beleidssectoren op sociaal-econo misch en sociaal-cultureel opzicht wordt geco ördineerd. De CCC loopt er dus inderdaad als een rode draad doorheen. Dit is dan ook een voorwaarde voor een goede coördinatie en een goed tot hun recht komen van de rijksverant woordelijkheden op dat punt. Wanneer beginnen? Naar het zich laat aanzien zal in 1979 over de vastgestelde streekplannen voor het gehele her- inrichtingsgebied kunnen worden beschikt. De vaststelling van het herinrichtingsprogramma, waarin ondermeer de indeling van het herin- richtingsgebied in deelgebieden is opgenomen, zal aansluitend daarop eveneens in 1979 kun nen plaatsvinden. Het daarna tot uitvoering brengen van het eer ste herinrichtingsplan zal dan naar schatting niet eerder dan in 1981 mogen worden ver wacht. De afronding van het geheel zal ver moedelijk in de jaren negentig plaatshebben. Over de nadere kostenraming ter vervanging van het bedrag van 905 miljoen, zoals ge noemd in de Nota Noorden des Lands, zei de bewindsman, dat iedere schatting afhankelijk is van het tijdstip waarop hij wordt opgesteld en bepaald wordt door zich wijzigende loon- en prijsverhoudingen, door verandering van in zichten en van de toekenning van prioriteiten, terwijl tevens het eindbedrag wordt beïnvloed door de voorzieningen die reeds vooruitlopend tot stand zijn gekomen. Met het geven van na dere berekeningen zou hij voorts op de opstel ling van het herinrichtingsprogramma vooruit lopen. Daarom achtte hij het niet zinvol om nadere schattingen van de totale kosten te ge ven. Zoals in de Memorie van Antwoord is gesteld, is er nu geen reden het totale kosten- bedrag te herzien. De genoemde 905 miljoen ziet minister Van der Stee duidelijk in het licht van het kostenpeil en de inzichten van 1972. Amendementen op het wetsontwerp Van de ingediende amendementen had minis ter Van der Stee er een aantal, afkomstig van de Bijzondere Commissie belast met de voor bereiding van de behandeling van dit wets ontwerp in de Kamer, reeds bij de Kamerbe- 207

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 19