DISCUSSIEDAGEN OYER
TACHYMETRIE
De Contactgroep Geodesie van SAW/SOAG*)
hield rond de jaarwisseling binnen overheids
diensten een enquête onder een groep gebrui
kers van elektro-optische afstandmeters.
Uit dit onderzoek bleek dat het onderwerp
tachymetrie sterk in de belangstelling staat.
Alle geënquêteerde diensten achtten uitwisseling
van kennis, ervaring en programmatuur wense
lijk.
Voor hen organiseerde de contactgroep op 23
maart in Arnhem een bijeenkomst, waaraan
48 medewerkers van 34 overheidsdiensten deel
namen. Hoewel ook diensten, die nog geen
afstandmeter bezitten belangstelling toonden,
werd het overleg om praktische redenen tot ge
bruikers van tachymeters beperkt.
De discussies over het onderwerp werden met
een viertal voordrachten ingeleid:
Tachymetrie algemeen, door ir. H. W. van
der Zijpp, Rijksdienst van de IJsselmeer-
polders;
Zelfregistrerende opname en verwerking in
een computercentrum, door ir. J. de Boer,
Publieke Werken Amsterdam;
Zelfregistrerende opname en verwerking
met tafelcomputer en langzame tekentafel,
door E. A. Janssen, Publieke Werken Oss;
Niet-zelfregistrerende opname, door ing. J.
B. Smit, Provinciale Waterstaat van Zee
land.
Naar aanleiding van deze voordrachten en van
uit de onder de deelnemers aanwezige ervaring
en vragen ontstonden veelzijdige en levendige
discussies. Deze namen onverwacht veel tijd in
beslag, zodat het noodzakelijk bleek een tweede
bijeenkomst te houden om de discussies te kun
nen afronden en conclusies te kunnen trekken.
Deze tweede bijeenkomst vond op 24 mei in
Oss plaats en werd bijgewoond door 38 land
meetkundigen van 25 overheidsdiensten. Er
werd begonnen met een viertal korte demon
straties van tachymetrische opname en verwer-
king. Deze demonstraties werden met appara
tuur van drie verschillende diensten uitgevoerd
en toonden:
Het opnemen en uitzetten met een zelf
registrerende tachymeter;
Het kaarteren met behulp van een plotter,
gekoppeld aan een tafelcomputer;
Het opnemen met een niet-registrerende
tachymeter, met gebruikmaking van een
codeersysteem;
Het verwerken van de hiervoor bedoelde,
met de hand genoteerde, meting op een
programmeerbare tafelrekenmachine.
De demonstraties werkten verhelderend ten
aanzien van bepaalde facetten van de tachy
metrie en leidden opnieuw tot discussies en
bezinning op toepassingen en methoden.
Vervolgens bogen de deelnemers zich over een
aantal door de Contactgroep Geodesie gefor
muleerde vragen, die betrekking hadden op
voortgezet overleg over apparatuur, toepassin
gen en methoden, uitwisseling en ontwikkeling
van programmatuur en de vorm waarin voort
gezet overleg, indien gewenst, zal kunnen
plaatsvinden. De deelnemers kwamen tot de
conclusie dat voortgezet overleg, vooral in
kleine groepen met gelijke interesse, zinvol en
gewenst is. Er is naar hun mening behoefte
aan gedetailleerde informatie over de stand
van zaken bij andere diensten, de kennis die
daar aanwezig is, de problemen die men ont
moette, de kosten, de organisatie en honore
ring van de meetploeg enz. Deze informatie
dient te worden verzameld en in ruime kring
te worden verspreid, ook onder diensten die
nog geen tachymetrie toepassen, maar invoe
ring overwegen. De informatie kan individuele
samenwerking en kennisuitwisseling bevorde
ren, een vorm die de deelnemers het meest
zinvol achten.
Er is besloten dat de contactgroep, samen met
4 deelnemers aan de discussiedagen, zich zal
beraden op de uitvoering van de conclusies en
suggesties.
Een van de belangrijke zaken die moet worden
bezien is het kader waarbinnen zal worden ge
werkt: is dat de SAW/SOAG, of kan dat ook
een vereniging zijn als de Nederlandse Vereni
ging voor Geodesie of het Nederlands Genoot
schap voor Landmeetkunde?
Het leek de deelnemers aan de discussiedagen
van belang om door de publikatie van dit ver
slag overige geïnteresseerden te informeren.
Ing. B. T. van Miltenburg
218
Zie B. T. van Miltenburg, Organisatie van de
samenwerking bij overheidsautomatisering, Geo-
desia 1977-2, blz. 53 e.v.
De Contactgroep Geodesie bestaat uit ir. H. Riet
veld (voorz.), ing. B. T. van Miltenburg (secr.),
ir. J. de Boer en ing. K. de Blaey (lid), ir. H. W.
van der Zijpp (waarnemer).