tape vegetatae
//yppo/oa/ócEE
S. AAPPHEPSP/EP/A/G (AAA/
30PEAT
6.AAPPl/EPSP/EP/A/P MA/
VEGETAT/E
TyP£ 30PEA/
G£OZ. OG/SCf/E
srp//cr//&EA/
PEGErAr/EEEWEPEA/
TGESTAA/P
GEWAS T&ES7A/VP
Waar het zicht onbelemmerd is, vormt identifi
catie van het type rots of grond een belangrijke
opgave. Rechtstreeks zicht op het geologisch
materiaal, hetzij rots, hetzij de een of andere
soort grond, wordt ons echter slechts relatief
zelden gegund. Veelal dekt het aanwezige vege-
tatiedek de grond in zodanige mate toe, dat de
bodem zelf niet of slechts zeer gedeeltelijk bij
draagt aan de door het landoppervlak af
gegeven straling.
Een blik uit de ruimte verschaft zicht, zo leert
de ervaring, op geologische structuren, die zich
over grote afstanden in de bodem kunnen voor
doen. Zelfs bij intensieve studie aan het aard
oppervlak zelf zijn vele van dergelijke groot
schalige structuren vrijwel niet op te sporen.
Sneeuw en ijs op land tekenen zich nogal dui
delijk af. Ook de vochtigheidstoestand van de
bodem beïnvloedt de straling die door middel
van aardverspieding bestudeerd kan worden.
Vegetatie is een hoogst gecompliceerde zaak: niet
alleen is iedere plant op zich reeds een uiterst inge
wikkeld samenstel van organen, maar bovendien
omvat het plantendek in het algemeen een enorme
variatie aan plantesoorten. Voor gebieden waar land
bouw bedreven wordt ligt dit enigszins anders: de
mens slaagt erin door het toepassen van allerhande
kunstmiddelen om per veld slechts één type getvns
te telen.
Aardverspiedende satellieten zullen ten opzichte van
de omvang van één enkele plant een zeer grof oplos
send vermogen hebben: voor een LANDSAT-opname
bijvoorbeeld wordt een gebied van 60 m x 60 m als
één waarnemingselement opgenomen. Identificatie van
plantesoorten zal dus beperkt blijven tot grotere vel
den met homogene begroeiing.
Al lukt de herkenning van de individuele plant niet
of nauwelijks, ecologische eenheden een ecologi
sche eenheid is een gebied waar een samenstel van
gewassen in constante onderlinge mengverhouding
voorkomt kunnen wel van zodanige omvang zijn,
dat deze onderscheiden kunnen worden. Aldus blijkt
het mogelijk patronen te herkennen in de vegetatie.
Tenslotte heeft men belangstelling om de toestand
van landbouwgewassen te bepalen, in het bijzonder
ten behoeve van oogstvoorspelling.
195