2
-A&§è^
f%ÏK\N\' x
7. A4ZP& rfr/WST&eg.
VEP5rZ0O//m
rrtEm/setfE EM/55/E
X
00
ATAffiSPefE
ABS0/zrr/E
AAPPE
ABSOppr/E
TlEFlECr/zE
E£P0/ZESCEA/r/e
TPEP/VA$U/EPAf/55/p
In de voorgaande paragrafen hebben we nagegaan wat we zoal kunnen waarnemen van het aard
oppervlak. Thans is het moment gekomen om het eerste enthousiasme enigszins te temperen.
Reeds bij het bespreken van Remote Sensing ten behoeve van astronomische doeleinden spraken
we over het voordeel om buiten de aardse atmosfeer waarnemingen te verrichten. Voor aardver-
spieding kunnen we te dien aanzien niet zonder meer van een voordeel spreken; immers om de
straling, afgegeven door de oppervlakte van de aarde, met een satelliet te kunnen waarnemen
moet deze straling reeds de gehele atmosfeer doorlopen hebben, zodat absorptie en verstrooiing
daar de intensiteit van de straling hebben beïnvloed.
In het zichtbare licht, het nabije-infrarood en het ultraviolet (het optisch venster) kunnen alleen
overdag, door aanwezigheid van de zon, waarnemingen worden gedaan. Deze waarnemingen zijn
echter daarnaast sterk afhankelijk van het al of niet aanwezig zijn van wolkenformaties. De infra
rood straling (het warmtevenster) is zowel voor dag- en nachtwaameming geschikt, doch ook hier
werken wolkenformaties belemmerend. De microgolven (het microgolfvenster) ondervinden de
minste storing van de atmosferische omstandigheden.
196
-Cf