13. MweLsenoeviNó en uk/nó
y &/scft£ pan "nes.
Het model in de rekenautomaat, de computer, kan nu gevoed worden met waarnemingen uit de
realiteit, b.v. de fysische werkelijkheid. De uitkomsten van het model worden bestudeerd en geïnter
preteerd. Voldoen de resultaten niet aan de verwachtingen als er te grote discrepanties optreden
tussen voorspelling en realiteit, dan behoeft het model verbetering. Pas nadat het model is be
proefd en goed bevonden kan het operationeel worden ingezet.
246