Wetenschappelijke notatie is de weergave van
een getal als decimaal getal maal 10. Als het
getal op het scherm te groot werd, schakelden
hierop alle machines, behalve Cosinus 1445,
automatisch over. Ze hadden daarvoor echter
ook een EXP-, EE- of EEX-toets. Op hun
scherm was plaats voor een exponent van
hoogstens twee cijfers, dus voor een decimaal
getal hoogstens 10" of 10—Soms moest het
getal op het scherm niet alleen ruimte „afstaan"
voor de exponent, maar ook voor een „min"-
teken.
Vier machines hadden een toets voor de expo
nent in technische notatie, dat wil zeggen als
veelvoud van drie. Dus vierhonderd miljoen
niet als 4 X 108 maar als 400 X 10°. Handig
als men werkt met grootheden als kWh, Mn,
GHz of /(H en nF die in elektronika, natuur
kunde en fysica voorkomen. Het ging om Na
tional Semiconductor 4640, TI SR51-II en de
programmeerbare Commodore PR100 en
HP25.
Afleesbaarheid scherm
Er bestaan drie soorten afleesschermen.
Het fluorescerende scherm („digitron") geeft
licht, is groen of blauw van kleur en toont vrij
grote cijfers. Vanwege de grote hoek waaron
der men dit scherm kan aflezen, de prettige
kleur en grote cijfers is dit scherm het best
afleesbaar.
Het LCD-scherm („liquid crystal display")
geeft geen licht, verbruikt nagenoeg geen stroom
en is als enige ook in fel zonlicht goed af te
lezen. Alleen Casio fx-2000 had een LCD-
scherm.
Het LED-scherm („light emitting diode") geeft
licht, is rood van kleur en toont meestal kleine
cijfers, die onder een beperkte hoek kunnen
worden afgelezen. Doorgaans vindt men dit
scherm minder prettig.
Bediening toetsen
Kliktoetsen geven bij indrukken een licht
„klik"gevoel, waardoor men bij het rekenen
desgewenst elders kan blijven kijken. Sommi
gen vinden ze prettig, anderen niet. Beoordeeld
zijn de kracht, nodig om de toetsen in te druk
ken, de herkenbaarheid van de toetsen (of men
goed kan zien waarvoor ze dienen), de plaats
en onderlinge tussenruimte van de toetsen. De
indruk overheerste, dat het indrukken meestal
te zwaar of juist te slap ging. Voorzover op de
toetsen aanduidingen stonden, sleten deze er
niet af.
Geheugen
Het aantal onafhankelijke, adresseerbare ge
heugens staat in de tabel en bedraagt hier ten
hoogste elf, namelijk als tweede functie van de
tien cijfertoetsen en de toets. Voor echt
wetenschappelijk gebruik vinden wij dat een
machine minimaal moet beschikken over vijf
geheugens waarin men een getal tot nader or
der kan opslaan.
Belangrijker dan het aantal geheugens vinden
wij, wat men kan doen met de getallen die er
in zitten. Zeer goed luidde het oordeel, als we
alle basisberekeningen konden uitvoeren met
een getal van buiten het geheugen, zonder dat
we eerst de geheugeninhoud naar het scherm
hoefden te halen. Niet meer dan redelijk luid
de het oordeel, als dat alleen bij optellen kon.
Op de zeer veelzijdige machines zaten boven
dien verschillende omkeertoetsen om de in
houden van registers te verwisselen (Mex, MX
en EX). De register omkeertoets (ËX of
x^>-y), die de inhouden van scherm- en
werkregister verwisselt, ontbrak bij de Casio's,
Canon F71, beide Sinclairs, TI30 en TI SR40.
Rekenkundige mogelijkheden
Logaritmen en inverse. Alle machines hadden
een toets voor ex. Alle machines op één na
hadden ook een toets voor 10x. In al die geval
len was er ook een toets voor de omkeerfunc-
ties te weten In a en log a. Bij Sinclair Cam
bridge PR ontbraken toetsen voor 10X en log a,
maar kan men log a natuurlijk berekenen als
In a ln 10.
Voor machtsverheffen en worteltrekken zaten
op veel machines toetsen zoals x2, \/x,
Vxy en yx. We hebben hieraan in de tabel maar
geen kolommen gewijd, omdat op alle machines
behalve Sinclair Cambridge een yx toets zat. En
hiermee kan men elke wortel trekken omdat x
een gebroken getal mag zijn, en elke omkering
maken omdat x negatief mag zijn.
Voor n-faculteit (n! ofwel het produkt van alle
natuurlijke getallen van 1 tot en met n) bezaten
een toets: Canon F71, Casio fx-2000, Citizen
SR11, Commodore SR4190R, National Semi
conductor 4640 en 4660, Realtone SC-60,
Rockwell 74K, TI SR51-II en Commodore
PR100.
Pi. Zat op alle machines behalve Sinclair Cam
bridge PR.
Goniometrische mogelijkheden
Sin, arcsin, sinh, arcsinh. Op alle machines za
ten toetsen voor de goniometrische functies sin,
303