Voor controle zijn behalve de 10 paspunten nog 53 punten, regelmatig over het blok ver deeld, terrestrisch gemeten. Deze 53 controle punten zijn ook fotogrammetrisch bepaald. Het kwadratisch gemiddelde van de verschillen tus sen de terrestrische en fotogrammetrische co- ordinaten, ax en ay, is een maat voor de precisie. Stel: Xt Yt terrestrische coördinaten Xp Yp fotogrammetrische coördinaten dan is: [(XT - XFy-U n n 53 n [(Yt - Yp)2] öy - n - Kiest men de ligging van paspunten en verbin dingspunten als volgt: aan de rand van het blok 10 paspunten op onderlinge afstand van ongeveer tweemaal de basis; tussen de modellen in langsoverlap 5 ver bindingspunten en in de dwarsoverlap 3 verbindingspunten; en is verder aangenomen dat de modelcoördi naten met gelijke nauwkeurigheid en correlatie- vrij zijn gemeten met de Wild AIO, dan geldt: ax 2.9 cm oy 3.3 cm De verschillen tussen de fotogrammetrische en terrestrische coördinaten zijn grafisch weerge geven in figuur 7. Gezien de grote fotoschaal (1 4000) dient bij deze uitkomst opgemerkt te worden dat de ver schillen tussen fotogrammetrische en terres trische coördinaten veroorzaakt worden door zowel fotogrammetrische als terrestrische me tingen, die beide niet foutloos zijn. Proef Heerde Het doel van de proef Heerde is, om een goede methode te vinden om fotogrammetrisch ver vaardigde kaarten op hun kwaliteit te controle ren. Een onderdeel van deze proef is de be paling van de idealisatienauwkeurigheid van de tailpunten, gemeten in fotogrammetrische mo dellen. Over de precisie van goed gedefinieerde foto grammetrische punten (schijven en geprikte punten) is voldoende bekend. Maar er is tot nog toe weinig onderzoek verricht naar de idea lisatie van detailpunten, gemeten in fotogram metrische modellen. De detailpunten waarbij het hierom gaat zijn snijdingen van heggen, slo ten, rasters etc. Door de werkgroep fotogrammetrie van de af deling Geodesie is in samenwerking met de Fotogrammetrische Dienst van het Kadaster een begin gemaakt met een onderzoek naar de idealisatienauwkeurigheid van bovengenoemde detailpunten. Bij de FD zijn de fotogramme trische metingen verricht en bij de afdeling Geodesie zijn de metingen verwerkt en geana- liseerd. Van het gebied Heerde zijn opnamen gemaakt met een normaalhoekcamera (21/18) op schaal 1 8000. Van deze opnamen zijn in één mo del door zeven waarnemers van de FD een aan tal punten gemeten. De metingen zijn verricht met een Wild A8. De modelschaal was ca. 1 5600. De van te voren geselecteerde punten bestonden uit 8 schijven en 28 detailpunten. Door iedere waarnemer zijn de detailpunten 4 maal aangemeten. Voor en na de detailmetin gen zijn de schijven aangemeten. Aan de operateurs is overgelaten of het snij punt van twee terreinobjecten direct wordt aan gemeten of volgens de methode zoals aangege ven in figuur 8. De modellen zijn overbepaald stochastisch ge lijkvormig op elkaar aangesloten met behulp van de aangemeten 8 schijven. Alle snijpunten, detailpunten, zijn berekend en nagetransformeerd. Vervolgens is overgegaan tot de berekening van de precisie van de snij punten. Berekend zijn de volgende standaardafwijkin gen: (öj) De standaardafwijking per waarnemer over alle punten. (02) De standaardafwijking per punt over alle waarnemers. (03) De standaardafwijking per punt en per waarnemer. De waarde voor (at) varieert voor de verschil lende waarnemers slechts gering. Dit getal zegt echter niets over de mogelijke idealisatiever- schillen en de mogelijke verschillen in de pre cisie van de aanmetingen van de waarnemers. De waarde voor de standaardafwijkingen van (o2) en (a3) zijn grafisch weergegeven met stan- 0.x Figuur 8: x aangemeten detailpunt in stereomodel; o te berekenen snijpunt. 345

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 13