07 kingstoestel als volgt te beschrijven; zie ook figuur 1. De foto in het fotovlak, het lens- vlak en het paspuntenblad in het kaartvlak heb ben elk verschillende bewegingsvrijheden of vrijheidsgraden. Bij de juiste „ontschrankings- positie" coïncideren de projecties van de pas- punten in de foto, minimaal 4, met de gekaar- teerde punten in het paspuntenblad. Men verkrijgt in de praktijk veelal langs em pirische weg de „ontschrankingspositie" van fotovlak, objectief en kaartvlak. Vervangt men nu de kaart met paspunten door lichtgevoelig materiaal dan kan een ontschrankte foto ge maakt worden. Met behulp van deze ontschrankte foto kan vervaardigd worden: öf een fotokaart; öf een lijnenkaart door monoculair copiëren of graveren. Bij de numerische methode van ontschranken worden de fotocoördinaten x,y gemeten met een monocomparator of digitizer. Hieruit wor den volgens de formules voor de projectieve transformatie, zie (1), de terreincoördinaten be rekend. X aix bff ci a3x b3y (1) Y a2x b2y c2 a3x b3y 1 X,Y terreincoördinaten x,y fotocoördinaten In deze formules voor de projectieve transfor matie komen 8 onbekende parameters voor, die met behulp van minimaal 4 paspunten, 4x2 coördinaten, bepaald kunnen worden. De berekende kaartcoördinaten kunnen resul teren in: öf een lijnenkaart met keuze van schaal en inhoud; -öf een digitaal bestand. ■S' tereofotogrammetrie Voor geaccidenteerd terrein, terrein waarvan de hoogteverschillen niet te verwaarlozen zijn, kan de methode van ontschranken niet gebruikt worden voor het vervaardigen van kaarten. Het is niet mogelijk uit een twee-dimensionale af beelding, de foto, een drie-dimensionaal object, het terrein, te reconstrueren. Om ook de derde dimensie te kunnen bepalen wordt de opneming van het terrein zo inge richt dat de foto's, bij benadering vertikale fo to's, elkaar overlappen. Om het principe van het vervaardigen van kaar ten van geaccidenteerd terrein met behulp van stereofotogrammetrie te beschrijven gaan we terug naar de opnamesituatie; zie figuur 2. O'tO'aP' is de opnamesituatie; O'jO'a B is de luchtbasis. Tijdens de opname bevinden de stralenbundels zich in een zodanige onderlinge positie dat de corresponderende stralen elkaar paarsgewijs snijden. Verplaatsen we nu één van de stralen bundels evenwijdig aan zichzelf langs de lucht basis, de lijn die de beide projectiecentra ver bindt, dan blijft de snijding van de correspon derende stralen gehandhaafd. Stellen we: O^ b', dan is de schaal van 0,02P gelijk aan b'/B Ook het model gevormd door de meetkundige plaats van de snijpunten van corresponderende stralen heeft dan deze schaal. fotovlak lensvlak paspunten Figuur 1: de optische methode van ontschranken schematisch weergegeven. Figuur 2: principe stereofotogrammetrie. lensvlak 341

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 9