uitprikken met de coördinatograaf is geauto
matiseerd is er meer tijd vrij gekomen voor het
kartografisch aspect: het tekenen van de kaart.
De vroegere combinatie „potloodkaartering-
raamkaartcalque" is vervangen door „computer-
tekening-raamkaartcalque".
De computertekening wordt los van de raam-
kaartindeling opgezet. Het is een zelfstandige
kaartering in het stelsel van de Rijksdriehoeks
meting. De inpassing in de raamkaarten ge
beurt aan de hand van de ruitkruisjes.
Het tot dusver door ons gebruikte computer
programma is een directe combinatie van reke
nen en tekenen, los van de eventuele grond
slagberekening die altijd aan de berekening
van de detailpunten vooraf gaat. In dit pro
gramma wordt per punt berekend en getekend.
Een verbetering van dit programma is op een
oor na gevild. Hierdoor worden de detailpun
ten eerst in coördinaten berekend en met de
bijbehorende tekeninstructie weggeschreven
op magneetband. Daarna worden de gegevens
bloksgewijs in het interne geheugen van de
computer ingelezen en van daaruit getekend.
Kan in het oorspronkelijke programma een
lijn alleen getekend worden als de punten in
die lijn ook achtereenvolgens gemeten worden,
de verbeterde versie geeft hierin de buitenman
meer vrijheid. Door de bloksgewijze inlezing
in het interne geheugen kunnen naar willekeur
punten in dat blok met elkaar verbonden wor
den. Hierdoor kan voor de voet weg opgemeten
worden.
De computertekeningen hebben na verwerking
in de raamkaarten geen betekenis meer. Voor
lopig bergen we deze nog op. Maar in de prak
tijk zullen het de wegwerpprodukten zijn die
als zodanig ook in het systeem zijn ingebracht.
Met deze gedeeltelijk geautomatiseerde kaart
vervaardiging is één facet van de vernieuwing
afgerond. Het gehele systeem bestaat echter
uit stukken gereedschap die in de praktijk voor
veel toepassingen bruikbaar bleken.
Eén van die toepassingen is de hoogtemeting.
Naast geringe hoogteverschillen kunnen ook
grote hoogteverschillen zonder extra lange
baken of verscheidene opstelplaatsen probleem
loos gemeten en verwerkt worden.
Een voorbeeld daarvan zijn de metingen op de
Osse vuilstortplaats. Dit stort moet een recrea
tieheuvel worden waar men kan skiën, paard
rijden, crossen, trimmen enzovoorts. De glooi
ingen van de heuvel moeten daarop worden
aangelegd met bepaalde hellingspercentages en
gaan lopen van 10 t°t 34 NAP.
De heuvel wordt in schijven opgebouwd, waar
van de stortlijnen moeten worden uitgezet.
Regelmatig wordt het stortniveau gecontro
leerd vanuit een hooggelegen opstelplaats.
Bij die metingen moet de lengte van de prisma-
stok gelijk zijn aan de hoogte van het instru
ment boven het hoogtemerk (foto 6).
Bij de verwerking op de computer worden de
opgemeten hoogtelijnen uitgetekend en op het
plan gelegd om te zien of de geplande hoogte
lijnen inderdaad bereikt worden. Dit onderdeel
is een stukje maatvoeringswerk dat een belang
rijke plaats inneemt in de afdelingstaken.
De maatvoering
Voor het uitzetten met een richtings- en af
standsmeter dienen alle uit te zetten punten
in coördinaten bekend te zijn. Om dit te be
reiken dient een uitbreidingsplan geheel in
coördinaten te worden berekend. Zijn de coör
dinaten er eenmaal dan zijn er plotseling veel
meer mogelijkheden, dan alleen het oorspron
kelijk bedoelde uitzetten, zoals:
grootteberekeningen ten behoeve van de
exploitatie;
bepaling van eigen maten;
379
Foto 6.