het tekenen van matenplannen in elke ge wenste schaal; ook planwijzigingen zijn snel op hun conse quenties te bekijken. Deze mogelijkheden hebben het contact ver sterkt met de stedebouwkundige ontwerpers en de mensen van het grondbedrijf. De maatvoering is uitgegroeid tot een wezen lijk deel van het ontwerpstadium. Zo kennen we een ontwerp-matenplan\ een plan waarin nog gewijzigd mag worden. En daarop aansluitend een uitzet-matenplanv een plan met gegevens die voor uitvoering vast liggen en voor wijziging uitgesloten zijn of pas na een gedegen overleg mogen worden door gevoerd. Voordat het plan in coördinaten wordt be rekend, wordt het eerst met de stedebouw kundig ontwerper doorgesproken en meetkun dig geanalyseerd. De berekening in coördinaten gebeurt zonder de gebruikelijke RD-correcties, zodat bij uit zetting later ook de reële kavelafmetingen worden uitgezet. Eventuele maatverschillen tussen planonderdelen verdwijnen daarbij in het groen. De berekeningsvolgorde gaat niet per kavel, doch naar de meetkundige analyse. Voor een vlot gebruik worden later de coördinaten per kavel gesorteerd en op een cassetteband weg geschreven. Na inlezing in de computer wordt het maten- plan getekend. Zo'n matenplan is een exacte vertaling van het stedebouwkundig ontwerp. Voor de ontwerpers, architecten en voor de grondverkoop wordt het kale matenplan aan gevuld met de eigenmaten. De uitzetting is hier nog één stap van verwijderd. Dit werk- onderdeel ligt duidelijk in het verlengde van de maatvoering. Het uitzetten Voor de uitzetting worden de argumenten en de afstanden van de punten berekend ten op zichte van een tevoren vastgestelde standplaats en een gekozen verre richting. Bij deze bereke ning kunnen één of meer reeds in het terrein bekende punten worden meegenomen, die voorafgaande aan de uitzetting van het gehele plan voor de zekerheid kunnen worden uit gezet. De controle achteraf gebeurt door een van de uitzetting onafhankelijke opmeting van de uit gezette punten. Na berekening van deze op meting kunnen de plancoördinaten met die van de uitzetting vergeleken worden. De land meter gaat het terrein in met een lijst met coör dinaten, een lijst met argumenten en afstanden en een afdruk van het matenplan. Onmisbare attributen zijn zakrekenmachine voor het doen van hulpberekeningen en portofoons. De Reg Elta heeft een vaste rand. In het ter rein worden daarom na de bepaling van de oriënteringsrichting de berekende argumenten naar deze richting gecorrigeerd. Het prisma wordt in de juiste richting gediri geerd en ten naaste bij op de juiste afstand. De laatste maatcorrectie wordt met een meet band aangebracht (foto 7). Na de controlemeting en -berekening worden de punten door middel van twee PVC-buizen verzekerd. De bovenste buis 20 cm onder het maaiveld, de onderste weer 20 cm onder de bovenste. Tot slot komt daar ter herkenning en bescher ming een betonnen rasterpaal bij te staan, waarop ten behoeve van de uitvoerders het puntnummer wordt vermeld. Daarmee is de keten gesloten. Want na de uit voering van het plan volgt de revisie-meting en zijn we weer bij de detailmetingen aan geland. Foto 7. 380

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 12