Meelker was reeds geruime tijd ziek en had
zijn functie neer moeten leggen. Ik voelde er
helemaal niets voor om de leiding over te
nemen, temeer omdat ik over veel zaken ge
heel anders dacht dan ze toentertijd gingen.
Ik had verwacht dat de minister zou zeggen:
„U wordt bedankt, dan maar voor u een
ander". Het onderhoud had echter een ander
resultaat. Ik moest mijn gedachten over het
Kadaster maar op papier zetten en over drie
weken terug komen. Ik heb o.a. geschreven
dat het Kadaster bij Financiën weg moest, dat
het moest reorganiseren en automatiseren. Het
boeide de minister kennelijk want de gesprek
ken werden voortgezet. En zo zwem je in de
fuik. Na zo enige maanden praten ben ik
in april 1969 directeur geworden. Ik wil niet
zeggen tegen mijn zin, maar toch zo helemaal
verrassend en zonder dat ik ooit ambitie of
aspiratie in die richting heb gehad.
Heeft u wel eens over een andere werkkring
dan bij het Kadaster gedacht of heeft de kadas
trale werkkring u altijd ten volle bevredigd?
Drie keer ben ik in mijn loopbaan uitgenodigd
voor een job buiten de overheid. Zeker in één
geval had ik ja gezegd als ik hoogst persoonlijk
had mogen beslissen. Het betrof een interes
sante buitenlandse baan. Normaal voegt mijn
vrouw zich goed naar mij, maar toen zei ze
nee. Op dat moment prevaleerde de studie van
onze kinderen.
De kadastrale werkkring heeft mij in de tweede
helft van mijn loopbaan niet altijd ten volle
bevredigd. Ik ben niet zo'n man die maar altijd
zo graag achter zo'n bureau in zo'n kamer zit.
Ik heb me de laatste jaren toch wel teveel een
papieren vent gevoeld. Het doe-werk heeft me
altijd meer geïnteresseerd. Mijn mooiste jaren
zijn dan ook niet de laatste jaren geweest. Dat
waren de jaren vijftig toen ik als landmeter-
deskundige bij de ruilverkavelingen in Drenthe
werkte.
Het Kadaster krijgt regelmatig aanvulling van
afgestudeerden van de TH-Delft en de HTS-
Utrecht. Sluit het niveau van deze opleidingen
aan bij de taken in uw dienst of zou u op
bepaalde punten graag wijzigingen in de oplei
dingen zien?
De TH leidt natuurlijk niet op tot Kadaster
ingenieur en de HTS niet tot technisch ambte
naar van het Kadaster. Wat je van die scholen
moet verwachten is, dat ze de mensen opleiden
tot een niveau om het vak in zijn algemeen
heid te beheersen en daarnaast dat ze de men
sen een zodanig analytisch vermogen bijbren
gen dat ze de problematiek aan kunnen Ik vind
dat op dit moment de HTS daar beter in slaagt
dan de TH. De TH zou meer aan markt
onderzoek moeten doen: waar komen de men
sen die zij afleveren terecht en wat voor eisen
stellen de bedrijven waarin deze mensen gaan
werken. Neem nu de ingenieurs die bij het
Kadaster komen. Ze worden bijna allen öf in
het projectmatige gebeuren met name de ruil
verkaveling-landinrichting of in leidinggevende
functies ingezet. Dat eist gedegen kennis van
ruilverkaveling, planologische geodesie en be
drijfseconomie. Dat laatste leert de HTS-er van
vandaag meer en beter dan de TH-er.
Ook het contact van de dienst met de HTS is
beter gestructureerd dan met de TH. Van de
hoofddirectie zit één persoon in het bestuur en
één in de examencommissie van de HTS. We
hebben dus een zekere inbreng en dat weer
spiegelt zich natuurlijk ergens in de opleiding.
Óp dit punt heb ik ten aanzien van de TH nog
duidelijk wensen.
Over enige jaren komen afgestudeerden van de
MTS-Landmeetkunde op de arbeidsmarkt. Zul
len deze MTS-ers ook een plaats vinden bij het
Kadaster?
Er is destijds een aantal besprekingen ge
weest, o.a. met de MTS in Hengelo. Ik heb
daarbij gezegd dat het leerprogramma weinig
correlatie heeft met onze CTO-opleiding; dat
het veeleer een opleiding is voor opzichter te
velde. Nu kunnen wij dit soort mensen wel
gebruiken, maar sinds jaar en dag recruteren
wij deze personen uit onze eigen tekenaars.
Dat heeft duidelijke voordelen. Zij spreken de
kadastrale taal, ze weten waaraan een meting
qua kaartering moet voldoen etc. Maar boven
dien is het een gestructureerd carrièrepatroon
binnen onze dienst dat je maar niet zo kunt
doorbreken. Dus zie ik niet dat men zonder
meer deze mensen kan inschakelen in ons
bedrijf. Wel heb ik de heren in Hengelo uit
genodigd om tezijnertijd nog eens te komen
praten over de mogelijkheid om bij wijze van
proef een paar van deze mensen in dienst te
nemen. Maar dat speelt zich dan af als ik niet
meer in functie ben.
Een andere zaak is of je het CTO wel moet
handhaven in de structuur en met het pakket
zoals dat nu is. Als je naar de ontwikkelingen
in ons bedrijf kijkt, dan zijn er duidelijk aspec
ten die ongetwijfeld op zeer korte termijn hun
weerslag zullen moeten hebben op deze oplei
ding. Ik bedoel in dit verband alleen de oplei
ding van nieuwe mensen en nog niet de bij
scholing van bestaand personeel.
De huidige opleiding aan het CTO is gebaseerd
op drie pijlers: 1. het kaarteer- en tekenwerk,
382