2. coördinaten- en grootteberekening en 3. de staat-75. Begin volgend jaar wordt een deel van de registratie op de bewaring in Zeeland geautomatiseerd. Dat heeft tot gevolg dat de staat-75 in de huidige vorm gaat verdwijnen. In januari 1978 wordt begonnen met het plaat sen van Tektronix-computers op vijf directies. Het rekenwerk zal op die kantoren totaal ver anderen. Blijft over het tekenwerk. Afgezien van het kaarteren, vind ik het eigenlijke teke nen van een kadastrale kaart een vrij simpele bezigheid. Het kartografisch en topografisch tekenen stelt veel hogere eisen dan wat wij in het pure tekenen nu van onze mensen eisen. Naarmate we toegroeien naar een coördinaten- kadaster zal het manuale kaarteer- en teken werk afnemen. Deze drie aspecten zijn in relatie met het CTO 'n revolutie. Het betekent dat we een heel andere soort tekenaar nodig hebben. Vooral gericht op de vervaardiging van de grootschalige topografische basiskaart. Het is een illusie te denken dat de beleidsbeslis sing over de wijziging in het opleidingspakket nog erg lang uitgesteld kan worden. Naar aan leiding van de proef met de vijf Tektronix- computers zal die beslissing over de opleiding aan het CTO namelijk genomen moeten worden. De reorganisatie is voor een aantal van uw medewerkers een nogal diepe en daardoor pijn lijke ingreep geweest (overplaatsing, verhuizing, te weinig achtergrondinformatie, minder ver antwoordelijk werk, minder plezier in het werk etc.). Wilt u, nu de storm geluwd is, de (tussen balans opmaken? Hoewel de reorganisatie van het Kadaster ach ter de rug is, lijkt het mij een volstrekte illusie te denken dat we nu in rustig vaarwater zijn terechtgekomen. Ik heb nooit gestreefd naar reorganisatie terwille van de reorganisatie; ik heb alleen een anders gestructureerde dienst gewild, om daarmee een aatal dingen moge lijk te maken: Andere werkmethoden, breder takenpakket en betere aansluiting bij de wen sen en eisen vanuit de maatschappij. In één ding heb ik volledig misgekleund, namelijk in de taxatie van de tijd die nodig was om dit soort veranderingsprocessen door te voeren in de dienst. In grote lijnen is de dienst vrij statisch in zijn denken, is erg traditioneel en verzet zich tegen veranderingen. Dat hield in dat een aantal dingen die ik voor ogen had, in mijn periode niet gerealiseerd is. Maar het betekent niet dat dat nu niet gaat gebeuren. Ik voorspel u dat bijvoorbeeld de automatisering van grotere invloed op de mensen in de provincie zal zijn dan het hele gebeuren van de reorganisatie, waar nu al zoveel over te doen is geweest. De reorganisatie als zodanig is nu wel klaar, althans wat de besluitvorming betreft. Ik doe daar al in geen half jaar meer iets aan. Nu gaat er pas wat gebeuren, zeg ik altijd. Zo ver wacht ik bijvoorbeeld in de loop van het vol gende jaar de opdracht aan het Kadaster tot registratie van de leidingenbeheerders. In een dienst als de onze, waar zo verschrikke lijk veel aan de gang is en aan de gang zal blijven, zou een afdeling „interne public rela tions" zonder meer nodig zijn: een afdeling die zo dicht mogelijk bij de hoofddirecteur is ge structureerd en die m.b.v. vakmensen de dienst voorlicht en begeleidt. Bij de rijksoverheid zijn we dit niet gewend; het zal daarom moeilijk zijn om zo'n afdeling in de formatie opgeno men te krijgen. Heeft de reorganisatie u slapeloze nachten be zorgd? Niet één. Ik heb nooit een slapeloze nacht ge had van het Kadaster. Als je denkt dat je de juiste beslissing hebt genomen na overweging van allerlei facetten, dan ben ik daar verder heel rustig onder. U zult mij nooit erg zenuw achtig aantreffen. Dat ben ik van huis uit ook niet gewend. Wat ziet u in de toekomst van het Kadaster? Fusies? Ik vind nu de tijd rijp om te bestuderen of een fusie tussen het Kadaster en de Topografische Dienst gewenst en mogelijk is. Vooral de intrede van de grootschalige basiskaart in Nederland heeft tot deze mening bijgedragen. Ik denk hierbij aan aspecten als aanschaf en bezettings graad van fotogrammetrische apparatuur, bij houding van kaartenbestanden, kaartverkoop, fotovluchten, foto-archieven en ontwikkelingen in de kartografie en reproduktietechniek, die in een gezamenlijke dienst beter tot zijn recht zullen komen. Ik geloof niet in een fusie met de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Deze dienst is gespecialiseerd gericht op service aan zijn eigen ministerie. Ik geloof dat je dit soort diensten er altijd buiten moet laten. Hoe denkt u over het NGL? Op zichzelf zeer positief. Ik heb door de jaren heen steeds uw manifestaties meegemaakt en bijgewoond. Daar gaat een geweldig goed effect van uit. Je ziet uit alle hoeken van het vakgebied de mensen samenkomen. Ik heb de grootste bewondering voor uw organisatie op dat terrein. Ook de wisselwerking met de markt, de fabrikanten etc. door uw tentoon stellingen is erg belangrijk. Ik betreur echter dat in een klein land als het 383

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1977 | | pagina 15