schraling dat vele goed opgeleide tekenaars zich
afvroegen waar dit heenging en op omscholing
aandrongen.
3.3.4. Uitschakeling van het handtekenwerk.
Het digitale kaarteren compleet met de afwer
king door een interactief systeem elimineert vrij
wel alle tekenwerk in de kaartproduktie; de fijne
fotogrammetrische fee is een tekenvijandige
to verkol gebleken I
3.4. Directe gevolgen
Directe gevolgen van de hiervoor genoemde
verschijnselen voor de tekenafdelingen zijn
teruglopen van de personeelssterkte;
beëindigen van op tekenen gerichte op
leiding;
bijscholing en anders gericht werk voor de
blijvers;
omscholing en vertrek naar andere afde
lingen.
3.4.1Werkvermindering.
Op het hoofdkantoor in Delft telden de betrok
ken tekenafdelingen in 1970 nog 83 tekenaars
en kartografen. Op dit moment, najaar 1977, is
dit aantal teruggelopen tot 57, een vermindering
met 30%.
In de sectoren rivierkaart en oever- en kust-
kaarten wordt gewerkt op schalen 1 2000 en
kleiner. Bovendien komen op deze kaarten veel
hoogtelijnen en hoogtepunten voor. Het zal
daarom in de praktijk nog wel even duren voor
dat ook deze kaarttypen worden gedigitaliseerd.
Het handtekenwerk loopt hier voorlopig nog
geen gevaar.
3.4.2. Opleiding
Van bovengenoemde 83 tekenaars en kartogra
fen, die al in 1970 in dienst waren, zijn er nu nog
52 in dienst en van deze 52 zijn er nog 37 als
tekenaar of kartograaf werkzaam. In deze 7 jaar
kwamen er dus maar enkele nieuwe krachten
bij. Deze worden zo nodig op de tekenzaal zelf
opgeleid. De onder meer op tekenvaardigheid
afgestemde basisopleiding is al enige jaren ge
stopt.
3.4.3. Bijscholing
In de richting van de automatisering is bijscho
ling even onvermijdelijk als vanzelfsprekend ge
worden. Er wordt veel numeriek werk gedaan,
dat vroeger alleen op de rekenkamer werd ver
richt. Een sectie profieltekenaars werkt nu ge
heel numeriek en is organiek dan ook naar de
rekenkamer overgeplaatst.
3.4.4. Omscholing
Naar andere afdelingen vertrokken 15 kartogra-
14
fen. Hiervan gingen er 6 naar de buitendienst, 5
naar numeriek werkende afdelingen als NAP,
rekenkamer, automatisering en remote sensing,
terwijl 4 kartografen naar de afdeling fotogram-
metrie overstapten.
Daarnaast werd een groot deel van de tekenaf
deling te Goes, voor zover mogelijk in verband
met stereoscopisch zien, op eigen verzoek om
geschoold, hetgeen er toe leidde dat een tiental
kartografen aldaar nu als fotogrammeter werk
zaam is.
3.5. Reacties van de tekenzalen
Gezien de hiervoor gesignaleerde gevolgen be
grijpt u dat er, na een te langdurige stilte in het
begin, grote onrust is geweest op de teken
zalen. Er is gedurende enkele jaren veel gepraat
en geschreven en als u vandaag bij uw voor
zitter een grijs haartje zou ontdekken, dan ligt
de reden daarvan ongetwijfeld bij de zorgen
over het digitaal kaarteren op zijn tekenafdeling.
De jongere kartografen volgen meer en meer
fotogrammetrische opleidingen. Nieuw perso
neel wordt zwaar getest op stereoscopisch zien
en aan tekenvaardigheid wordt niet meer zo'n
hoge waarde toegekend.
Het onlangs genomen besluit om de tekenafde
lingen samen met de fotogrammetrie in één
hoofdafdeling onder te brengen is een voor de
Meetkundige Dienst historische beslissing,
welke duidelijk in de richting van grotere samen
smelting wijst.
Vele kartografen voelen zich niet geroepen om
nog om te scholen en blijven het oude hand
werk trouw. Gelukkig maar voor de dienst,
want er is nóg heel veel tekenwerk over dat zich
in de naaste toekomst niet laat automatiseren.
Het bestaat uit zeer vele kleine opdrachten,
meestal in directe samenwerking met andere
diensten welke de geautomatiseerde output
nog niet altijd kunnen verwerken.
Het is niet de bedoeling om elke tekenopdracht
te automatiseren. De vele kleine maar steeds
variërende bijhoudingswerkzaamheden zouden
te veel van de capaciteit van dure interactief
werkende systemen vergen.
En, zoals al opgemerkt, zullen kleinschalige
kaarten met zeer veel x, y en z details voorlopig
nog buiten het proces blijven.
4. CONCLUSIES EN SAMENVATTING
Als ik met een korte samenvatting mag beslui
ten, dan kom ik tot de conclusie dat de methode
van digitaal kaarteren inderdaad een technisch
tovermiddel is.
Enkele problemen en risico's voor een dienst,