Examen voor landmeetkundig rekenaar NLF 1977
A
R
L
YP
xm
A R
500
1100
227.273
227.030
7.820
113.596
1.956
6.57.67
200
500
80.000
79.949
2.132
39.991
0.533
5.09.30
Matenplanberekeningen: wegenbouw
Tijd31/2 uur.
De as van het tunneltracé en de wegbelijning
van de gevaarlijke stoffenweg zijn bepaald vol
gens de onderstaande en in de figuren 1 t.m. 3
vermelde gegevens.
Het snijpunt van de as tunnel met de kanaalas
(zie fig. 3) is tevens het diepste punt 10.00
NAP) van de vertikale cirkelboog R 8500;
punt 3 r/o) valt samen met het tangentpunt
van Rv 8500.
Het viaduct met wegdek in de gevaarlijke stof
fenweg (zie fig. 1ligt tot de lijn a - b onder een
dwarshelling van 2%, aflopend van Z.O. naar
N.W. Vanaf de lijn a - b, loodrecht op de rich
ting 8 - 10, moet dit hellingspercentage van 2%
tot 0% worden teruggebracht tot de lijn c - d,
loodrecht in punt 8 op de richting 8 - 10, waarbij
het wegdek om de horizontale lijn a - d kantelt
en b - c een langshelling heeft van 1%. De
hoogte van de horizontale wegbelijning 9 - 10
ter plaatse van punt 9 boven de as van het
tunneltracé is 5.80.
De elementen van de klothoïde bij gegeven
parameter A en cirkel R zijn als volgt (zie ook
fig. 2):
T
De volledige examenopgaven en -verslagen van onder
staand examen, evenals die van de jaren 1969, 1971,
1973 en 1975, kunnen worden besteld bij het secretariaat
van de examencommissie, Driehoekjes 35 te Den Haag.
Fig. 2.
Gevraagd:
a. De hoogten t.o.v. NAP van de punten 2 en 3.
b. De coördinaten van de punten 1 t.m. 9 en de
lengten in de tracé's tussen deze bereke-
ningspunten.
c. De hoogten t.o.v. NAP van de punten 8 en 9.
i
-4-- -
TUNNÊLTftftCE