Groottebepaiing
Tijd: met elekronische rekenmachine 3 uur.
Opgave 1
BC is evenwijdig met GF; BE ED; A en B zijn
tangentpunten van de meetlijn resp. van BC.
a. Bereken de grootte van de percelen 290 en
291, afgerond op ca.
b. Bepaal de ligging van een punt X op de lijn
GA of GF zodanig, dat de grootte van per
ceel 291 door de lijn EX in twee gelijke delen
wordt verdeeld.
Opgave 2
Deze opgave is gelijk aan de opgave 2 van het
onderdeel groottebepaling van het examen voor
landmeetkundig tekenaar NLF 1977 (zie Geode-
sia november 1977 pag. 356).
Hoogte en inhoudsberekeningen
Tijd3 uur.
Van een aantal percelen moet de zwarte grond
tot op de onderliggende zandplaat verwijderd
worden, hierna wordt het terrein door middel
van aanvulzand opgehoogd tot 0.50 m NAP.
Er wordt afgerekend per perceel; in dit geval
gaat het om perceel 323. Om dit te bereiken is
een ruitennet over de percelen gelegd en zijn
alle ruitpunten met behulp van een waterpas
sing (zie pag. 53 en 54) in hoogte bepaald. In
het terrein zijn ook de nodige grondboringen
voor het bepalen van de hoogteligging van de
zandplaat verricht.
Gevraagd wordt aan de hand van de hierna ver
strekte gegevens de hoeveelheid af te voeren
zwarte grond, rekening houdende met een uit
leveringspercentage van 20%, te berekenen.
Bovendien wordt gevraagd de hoeveelheid aan
vulzand te berekenen, rekening houdende met
een klinkpercentage van 11
Bp 16 zandplaat 1.58 m
Bp 17 zandplaat 2.40 m
Bp 18 zandplaat 1.35 m
Bp 19 zandplaat 0.85 m
Bp 20 zandplaat 1.85 m
Bp 21 zandplaat 0.82 m
Bp is gelijk met maaiveld.
52