De instrumentwagen tijdens de meting. dens het rijden van de ene standplaats naar de andere; meterteller, gekoppeld aan de tachometer; rekenmachine met printer. In de vloer van de achterbak zijn drie gaten voor de statiefpoten gemaakt. De punten van het statief zijn vervangen door platen waaruit drie spijkers steken. De platen kantelen rond een kogelgewricht zodat zij bij het neerlaten van het statief het vlak van de straat volgen. De spijkers zorgen ervoor, dat het statief niet wegschuift. Baakauto De baakauto's zijn uitgerust met: Vloer achterbak instrumentauto met gaten voor statiefpoten. imperiaal met ophang- en instelmechanisme; invarbaak 3 m, met fitting en ophanghaak (voor transport tijdens het rijden); straatpot (Jt 10 kg); hamer voor vastslaan van de straatpot; meterteller; aangepaste deur van de bestuurder; waarschuwingslamp. De deur van de bestuurder is uitgezaagd zodat, vanuit de auto de straatpot op de grond gezet en met de hamer vastgeslagen kan worden. Tijdens het rijden worden baak, straatpot en hamer aan de deur opgehangen. Onderkant straatpot. Elektronische calculator met printer, op het dashboard de meterteller. 104

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 10