De baakwagen.
De straatpot rust op drie cilindervoetjes met een
doorsnede van 5 cm, elk in het midden voorzien
van een spijker van 6 a 8 mm. Twee verticale
staafjes zorgen voor de geleiding van de hamer
tijdens het vastslaan van de pot.
Het ophang- en instelmechanisme van de baak
maakt het opzetten van de baak op de straat-
pot, het draaien en het loodrecht stellen van de
baak mogelijk. De baak is door een kogelge
wricht verbonden met het mechanisme. Door
losdraaien van twee vleugelmoertjes ontkoppelt
men de baak van het ophangmechanisme.
Instrument
Het instrument is een wezenlijk element van de
methode. In principe kan voor deze methode
elk waterpasinstrument worden gebruikt. Niet
elk instrument geeft echter een gunstige econo
mische oplossing. Zeiss Jena heeft de speciale
wensen van de gemotoriseerde nauwkeurig
heidswaterpassing in het waterpasinstrument
NI 002 verwezenlijkt. De vereisten waren
a. ongevoelig voor temperatuurveranderingen;
b. ongevoelig voor verschillen in de vizierleng
tes;
c. aan beide kanten bedienbaar.
De bevestiging van de baak aan de imperiaal.
Het vastslaan van de straatpot.
NI 002 op het statief, met hef inrichting.
105