1.4. De fase ongelijkheid van de zender De zenddiode zelf oefent de grootste invloed uit op de nauwkeurigheid. De oorzaak daarvan is de faseongelijkheid; d.w.z. dat niet ieder punt van het lichtvlak op hetzelfde tijdstip licht van gelijke fase uitstraalt. De over een bepaalde af stand gemeten vertraging van de modulatie, resp. faseverschuiving, hangt daardoor af van het door de reflector naar de ontvanger terug gezonden deel van het lichtvlak. De oorzaak van dit niet homogeen zijn, is zelfs de fabrikanten van deze lichtdioden niet volledig bekend. Het produceren van zenders met kleine faseongelijk heden berust min of meer op toeval. Vermoe delijk zijn de oorzaken: verontreinigingen in het basismateriaal; minieme veranderingen in het fabricageproces; beïnvloeding van de toevoer voor de injectiestroom en de hoge stroomdicht heid, in gelijkmatigheid beïnvloed door de con tacten, die aan hoge eisen moeten voldoen. De producent van elektro-optische afstandme ters, doorgaans niet de fabrikant van lichtdio den, moet met deze ontoereikendheid van een van de belangrijkste onderdelen genoegen ne men en kan slechts door strenge selectie en bo vendien door maatregelen van optische aard de invloed van deze foutenbron binnen redelijke grenzen houden. Afbeelding 1 laat een testbeeld van een zender zien. Op een oppervlak met een doorsnede van ca. 100 /xm zijn uit 100 meetpunten lijnen met gelijke fase getekend. De afstand tussen de lij nen is omgerekend naar een meetfout in de af- Afb. 2. Lijnen van gelijke energiedichtheid. stand bij een modulatiefrequentie van 15 MHz en bedraagt 10 mm. In afbeelding 2 zijn lijnen met gelijke energie dichtheid getekend. In het kort volgen hier enige maatregelen, die leiden tot een vermindering van de invloed van de faseongelijkheid: 1Het invoeren van de klassieke optische men ging van lichtstralen volgens het principe van Kohier.*) Teneinde het lichtvlak van de zender homo geen te maken wordt dit lichtvlak door een condensorsysteem (lenzenstelsel) in de in- treepupil van het zendvoorwerp afgebeeld. De uittreepupil van de condensor functio neert dan als een homogeen gemaakte se cundaire lichtbron. Omdat de tegenwoordig gangbare dioden, vanwege het vereiste grote bereik, nog slechts een lichtvlak met een doorsnede van ca. 100 /xm hebben, zou een dergelijk condensorsysteem de zender 500 tot 1000 keer vergroot moeten afbeelden bij een doorsnede van 50 mm van het zendob- jectief. Dit is in de praktijk nauwelijks te ver wezenlijken wegens de plaatsing van de zen der in het instrument. Indien van de com plete verlichting van het zendobjectief afge zien wordt, zouden door het dermate dras- Afb. 1. Lijnen van gelijke fase. Het principe van Kohier is een specifieke geleiding van de stralengang door een lenzenstelsel, waarin zich een voorwerp bevindt, dat door een lichtbron verlicht wordt. Het principe is voor het eerst eind vorige eeuw toegepast door prof. A. Kohier in de verlichtingsstralengang van de microscoop. 134

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 12