Land- en zeekaarten door de eeuwen heen voor verschillende atmosferische omstandighe den de constanten a en b berekend worden. Voor de Zeiss afstandmeters werden de volgen de factoren a bepaald Eldi 1: a 0,03 Eldi 2: a 0,2 Eldi 3: a 0,45 SM 4: a 0,2 De „weersconstante" b neemt bij de volgende weersomstandigheden de waarden aan bewolkt, zicht 15 km b 0,4 bewolkt, zicht 8 km b 0,6 zonnig, ondulatie, zicht 10 km b 0,9 zonnig, sterke ondulatie, zicht 8 km b 1,0 Bij een gemiddelde weersconstante (0.75 km"1) zijn de reikwijdten (uitgedrukt in kilometers) van de diverse instrumenten als volgt: Eldi 1 Eldi 2/SM 4 Lid 3 1 prisma 2,4 1,3 1,0 3 prisma's 3,1 1,9 1,5 7 prisma's 3,8 2,4 1,9 19 prisma's 4,5 Bij gebruik van een Eldi 1 heeft men voor een af stand van 5 km, afhankelijk van de atmosferi sche omstandigheden, de volgende prisma's nodig: Weersconstante b 0,4 0,6 0,9 1,0 Aantal prisma's: 6 15 67 111 Met 7 resp. 19 prisma's is het maximale bereik (uitgedrukt in kilometers): 5,3/6,6 4,2/5,2 3,3/4,1 3,2/3,8 Uit deze onderzoekingen is gebleken, dat de reikwijdte geen grotere vijand kent dan ondula tie. Bij gelijkblijvend zicht kunnen er drie maal zoveel prisma's nodig zijn, afhankelijk van het wel of niet achter de wolken verscholen zijn van de zon. Met de moderne afstandmeters verdient het de voorkeur vooral bij grote afstanden de metingen 's nachts uit te voeren. De eisen van een steeds groter bereik en een steeds grotere nauwkeurig heid zijn met elkaar in tegenspraak. Zenders met een hogere energiedichtheid hebben meestal een vrij klein actief lichtvlak, waardoor optische maatregelen (b.v. de klassieke verlichting vol gens het principe van Kohier) ter vermindering van de faseongelijkheid óf te duur óf onmogelijk worden. De nauwkeurigheid van de huidige generatie elektro-optische infrarood-afstandmeters wordt begrensd door de zender als zodanig. Bij uiterst zorgvuldige ijking van het instrument en door precies te richten op de reflector is een stan daardafwijking in de orde van 5 mm haalbaar. De zorgvuldigheid van de waarnemer is door slaggevend voor de nauwkeurigheid van het re sultaat; slechts de bediening wordt door het ver doorgevoerde automatische verloop van de me ting vergemakkelijkt. Literatuur: Leitz, H. und E. Michelbacher: Moderne Instrumente zur elektrooptischen Distanzmessung. Beitrag zum Kurs für Ingenieurmessungen, Darmstadt 1976. Patenten: DP 1920 126 2351 233 Offenlegungsschrift. 2260 842 Auslegeschrift. 1955 958 Offenlegungsschrift. 2201 463 Offenlegungsschrift. Alle patenten betreffen het homogeen maken van het licht vlak van zenddioden. Het is bekend dat de Te/eac-cursus Weten schap in beweging" ontstaat door bij een aantal wetenschappelijke onderzoekers op bezoek te gaan en over hun schouders mee te kijken. De cursus kent geen uitvoerige behandelingen van bepaalde terreinen van wetenschappelijk onder zoek; het zijn dus meer momentopnamen. Men wil vooral duidelijk maken dat wetenschappelijk onderzoek een onderdeel is van onze samenle ving. Natuurlijk komen hierdoor wel een groot aantal interessante gegevens aan het licht. Het verheugde mij dat in aflevering 6 ook de iand- en zeekaarten aan de beurt kwamen. De folder van Teleac geeft van een en ander een korte uiteenzetting: 136 „Oude zeekaarten zijn betrekkelijk zeldzaam, veel zeldzamer bijvoorbeeld dan oude atlassen. Een zeekaart die verouderd was, mocht nooit in een stuurhut terecht komen. Dus werd hij meestal vernietigd. Van de met de hand ge schreven vijftiende-eeuwse Portugese zeekaar ten zijn er niet meer dan 10 teruggevonden. Ook van de oudste gedrukte Nederlandse zeekaarten zijn er niet veel meer over. De kaarten die nog wel bestaan zijn vaak „verborgen" in grote bi bliotheken, archieven en musea. Prof. dr. Koe man zou daarom al zeer tevreden zijn als hij tijdens zijn leven in staat zou zijn om een volle dig overzicht te maken van de oudste Neder landse kaarten en atlassen (prof. Koeman is hoogleraar in de kartografie aan de Rijksuniver siteit van Utrecht, met als specialisatie de histo rische kartografie).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 14