D b b b 1 2 «fNB enz UePzB Fig. 2. Plat uitgelegde cilindermantel. van 6°. Om de volgende zone af te beelden wordt de projectiecilinder 6° gedraaid, zodat de meridiaan die 6° van de eerder genoemde CM ligt, evenwijdig loopt aan de cilinder en dus de CM van deze zone is. De aardbol wordt op deze wijze in zestig bol schillen van 6° verdeeld. (Zie fig. 2). Zone 1 be gint bij 180° WL en eindigt bij 174° WL. De CM hiervan ligt dus op 177° WL. Nederland ligt voor het grootste gedeelte in zone 31, namelijk het gedeelte dat westelijk ligt van de meridiaan van 6° OL. Deze loopt onge veer over Dokkum en Heerlen. Het gebied ten oosten hiervan ligt in zone 32, die zich uitstrekt van 6° tot 12° OL. Iedere zone heeft een zelfde coördinatensys teem. De coördinaat-assen worden gevormd door de afbeelding van de CM (y-as) en de eve naar (x-as). De x, y-coördinaten worden ge woonlijk aangeduid door de letters E, N. (E Easting, N Northing). Voor de CM is de waarde E 500.000 m aange nomen, wat het voordeel heeft in één zone altijd met positieve waarden te maken te hebben. De N-coördinaten worden van zuid naar noord oplopend geteld, met voor het noordelijk half rond de evenaar als begin. Het aldus ontstane rechthoekige coördinaten stelsel wordt gebruikt voor geodetische bereke ningen. Hoe verder we echter naar het noor den gaan, des te groter wordt de waarde van N, waardoor ook de kans op fouten toeneemt. Voor plaatsaanduiding bestaat er dan ook een eenvoudiger systeem. Het UTM referentie-systeem Hierbij worden de zones verdeeld in vakken van 8 breedtegraden, die met een letter worden aan geduid. Voor Nederland is dit het vak U, dat loopt van 48° NB tot 54° NB. Ook is iedere zone onderverdeeld in vierkanten van 100 x 100 km2 die, uitgaande van de evenaar en de CM van die betreffende zone, volgens een bepaald systeem met twee letters worden gemerkt. In deze vier kanten worden bij de ruitlijnen de bijbehorende kilometerwaarden gezet, die uit twee cijfers be staan: van 00 tot en met 99. Hierna begint het volgende vak, dat ook van 00-99 loopt. NU, De Heen Vliel, Zilverhoekji Heipo Hendrik yGraa/ Zwarte\Ruiter f Rube •repolder )f S1 Omco tolder Fig. 3a. Fig. 3b. ZONE-AANDUIDING van hei VIERKANTEN NET: GRID ZONE DESIGNATION: DESIGNATION DE LA ZONE DU QUADRILI.AGE: PLAATSAANDUIDING OP 100 m NAUWKEURIG VOORBEELD: RK DE HEEN 31U 1 Noleer ile letter* van hel 1(H) OOO m vierkant waarin hel |>unl lipt (zie diagram 2): 2 a Bepaal de eerste VERTIK ALE netlijn LINKS van hel punl. Noleer hiervan de GROTE eijfers: ET 88 AANDUIDING van het 100 000 m VIERKANT: 100000 m SQUARE IDENTIFICATION: IDENTIFICATION DU CARRÉ DE 100 000 m: l> Schal de afstand van deze netlijn lol hel punt in tienden van de vierkantszijde: 3 a Bepaal de eerste HORIZONTALE netlijn ONDER hel punt. Noleer hiervan de GROTE cijfers: 2 18 h Schat de afstand van deze netlijn tol hel punt in tienden van de vierkanlszijde: 6 ET DE PLAATSAANDUIDING IS DAN ET882186 Bij een melding over een afstand van meer dan 18° n-z of o-w. plaatst men de zone-aanduiding van het vierkanlennet er voor (zie diagram 1). aldus: 31UET882186 Fig. 3. Het uitlezen van UTM- coördinaten volgens het UTM referentie-systeem. 188

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 14