röOR-
deze constructie bestond uit zogenaamde
wiegstukken, die zich bij belading konden
instellen naar de in het brugdeel optredende
doorzakking. Op deze manier was men er zeker
van dat gelijkmatige verdeling van de opleg-
drukken werd verkregen.
De brugdelen rustten tijdens het transport op
totaal acht oplegpunten.
Uitwisseling van de brugdelen
Met behulp van de sleepboten en aan de pijlers
bevestigde haalkabels werd de vaarstelling
zodanig tussen de pijlers gemanoeuvreerd, dat
de opleggingen, die zich onder de einddwars-
dragers van het brugdeel besvinden, boven de
oplegblokken op de pijlers kwamen. De vaar
stelling was voorzien van een pompinstallatie,
waarmee naar believen water in of uit de
bakken gepompt kon worden. Door vervolgens
de bakken met water te vullen als ballast werd
het brugdeel op de definitieve opleggingen
geplaatst.
De procedure voor het verwijderen van een
overspanning van de bestaande brug was
dezelfde als hierboven beschreven, met dien
verstande, dat de vaarstelling in geballaste toe
stand onder het betreffende brugdeel werd
gebracht, waarna de bakken werden leeg
gepompt. Het principe van op deze manier
plaatsen van brugdelen was niet nieuw, ook de
oude brugdelen van de Moerdijk zijn m.b.v.
vaarstellingen geplaatst, zij het dat men in
1936 zoveel mogelijk gebruik heeft gemaakt
van het opkomende en afgaande water op het
Hollandsch Diep.
Tegenwoordig bedraagt het verschil in eb en
vloed bij Moerdijk door de afsluiting van de
zeearmen nog slechts ca. 25 cm (open ver
binding met zee via de Dordtsche Kil), zodat de
getijdebeweging bij het in- en uitvaren nauwe
lijks nog een belangrijke rol speelt.
Tijdens het uitwisselen van de brugdelen werd
de houten onderstopping in zijn geheel verwij
derd en vervangen door een prefab-betonnen
oplegblok, waarop de nieuwe overspanning
kwam te rusten.
De oplegblokken waren voorzien van vier gaten,
die correspondeerden met gaten die in de pijler
geboord waren, voordat de vijzelopstelling
geplaatst werd. De blokken werden op de
pijlerkoppen gefixeerd m.b.v. ankers, die in de
betreffende gaten werden gelijmd door middel
van een epoxyhars. Ook de onderkant van het
blok en de bovenkant van de pijlerkop werden
met deze lijmsoort ingesmeerd.
Na enkele uren was de lijmlaag sterk genoeg
om de oplegkracht te kunnen overbrengen.
Op zaterdag 3 april 1976, na een week uitstel
vanwege slechte weersomstandigheden, werd
het eerste van de tien oude vakwerkover
spanningen van de Moerdijkbrug vervangen
dooreen nieuw brugdeel (fig. 10 en 11).
De gehele operatie is vrijwel probleemloos en
binnen de gestelde tijd van 24 uur verlopen. De
verdere uitwisseling gebeurde ongeveer elke
twee en een halve maand en is inmiddels
voltooid.
Om verkeersstremmingen op werkdagen te
voorkomen vonden de werkzaamheden steeds
plaats op zaterdagen.
DE NIEUWE BRUG OVER DE BERGSCHE
MAAS BIJ KEIZERSVEER
Ten behoeve van de nieuwe oeververbinding bij
Keizersveer werden zes voormalige brugdelen
van de Moerdijkbrug gebruikt, die als twee
bruggen naast elkaar kwamen te liggen. Hier
door ontstonden twee hoofdrijbanen voor het
snelverkeer van elk 11 meter breed. De buiten
ste fietspaden werden gehandhaafd, terwijl de
binnenste fietspaden werden vervangen door
één baan voor het landbouwverkeer. Ook hier
werd gebruik gemaakt van de bestaande rivier
pijlers, zij het dat deze werden uitgebreid.
Echter moesten de twee middenoverspannin
gen worden ingekort tot 87,50 m. De overige
brugdelen behielden hun lengte van 100 m. In
verband daarmee werden aan weerszijden van
de Bergsche Maas nieuwe landhoofden ge
maakt.
Ten behoeve van de juiste maten van de over
spanningen werd voor het uitzetten van de
steunpunten gebruik gemaakt van een elektro-
RW15
'GORIN
CHEM
Dordt
sche
Kil
'DRECHT,(fNieuwe
M.Mervw
FRW27
Bergsche
Maas
Amer
'GEERTRUI
DENBERG
Hollandsch
Diep
RW 16
'BREDA
VAARROUTE
Fig. 12.
230