boeken Wijziging van het erfrecht Hoogstwaarschijnlijk zal nog dit jaar een belangrijke wijziging van het erfrecht worden voorgesteld. De minister van Justitie zal met het indienen van een wetsontwerp op dit terrein zeker de nodige spoed betrachten. Enige maanden geleden reeds heeft de bewindsman aan de vaste Kamercommissie uiteengezet, hoe hij zich deze wijziging voorstelt. Daarbij komt de regeling voor de overblijvende langst levende echtgenoot aan de orde, voorzover er kinderen zijn. Is er een testament, dan zal voor misverstan den waarschijnlijk geen ruimte zijn. Bij het ont breken van een testament geldt nu volgens de wet, dat de kinderen en de achtergebleven echtgenoot het eerst aan de beurt zijn. Zij erven elk een gelijk deel, dat wil zeggen dat de kinderen onmiddellijk een recht op de goede ren uit de nalatenschap krijgen (de legitieme portie). Waren de echtgenoten in gemeenschap van goederen getrouwd, dan krijgt de echtgenoot eerst de helft van de huwelijksgemeenschap. De andere helft en de privé-goederen van de erflater worden daarna verdeeld tussen de echtgenoot en de kinderen. Hoe groot de legitieme portie is hangt af van de huwelijks vorm van de ouders en van het aantal aan wezige kinderen. Gebruikelijk is dat bij testament het systeem van het vruchtgebruik wordt omschreven. Hier bij krijgt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de goederen en het geld. Hij mag een en ander gebruiken en de vruchten ervan plukken, maar mag over niets daad werkelijk beschikken waarop het eigendoms recht van de kinderen rust. De kinderen kunnen niet geheel onterfd worden, de echtgenote wel. Maar er bestaat ook het daarmee sterk ver schillende stelsel, waarbij de overgebleven echtgenoot alles ontvangt en de kinderen geen enkel recht gegarandeerd is. Dit zijn de twee uitersten. Als derde mogelijkheid kan dan nog genoemd worden de ouderlijke boedelverdeling, waarbij de ene ouder wel alle goederen erft, maar de kinderen een geldvordering krijgen. Deze is opeisbaar bij het overlijden van de tweede ouder. Blijkens de uiteenzetting heeft de minister bij dit systeem de meeste aansluiting gezocht. Een opinieonderzoek (zie hiernaast) heeft nl. uitgewezen, dat 80% van de ondervraagden voorstanders bleken te zijn van versterking van de positie van de langstlevende echtgenoot. 238 Dit zou dan, behalve door een testamentaire beschikking, ook in de wet vastgelegd moeten worden. De minister acht dit juist. Bij het overlijden van één van de ouders zijn in de meeste gevallen de kinderen reeds meerder jarig. Zij hebben niet bijgedragen tot verwer ving van hun vermogen. De langstlevende echt genoot heeft dan ook naar het oordeel van de minister een groter moreel recht. De voorgestelde wijziging (een geheel nieuwe constructie) houdt in een vruchtgebruik met beschikkingsbevoegdheid. De kinderen zijn hier wel rechthebbenden op de goederen, maar zolang de langstlevende echtgenoot niet over leden is, zijn zij eigenlijk „bloot eigenaar". De voorgestelde nieuwe bevoegdheid geeft de achtergebleven echtgenoot het recht om b.v. een huis te verkopen, als dat nodig wordt bevonden. Wel ontstaat daardoor onmiddellijk een vordering van het kind (van de kinderen), opeisbaar bij de dood van de langstlevende echtgenoot. De tijd zal leren, welke betekenis dit krijgt voor de kinderen. Maakt de echtgenoot een groot deel op of is hij intussen hertrouwd, dan blijft er voor hen weinig over. Evenwel: bij dit nieuw voorgestelde is goederen schenken of bij uiterste wil aan anderen vermaken niet toege staan. Het voorgestelde systeem sluit beter aan bij het rechtsgevoel van het grootste deel van de bevolking en dat zou reeds een goede reden zijn voor wetswijziging. Natuurlijk is men nog niet aan de openbare behandeling toe. Na indiening van het wets ontwerp zal nog een Voorlopig verslag moeten worden uitgebracht en een Memorie van ant woord. Aangezien het een zeer moeilijke mate rie betreft, mag men verwachten dat het geruime tijd zal duren, voordat het in te dienen ontwerp kracht van Wet zal hebben gekregen. VJ. Koopmans. EEN GEDEGEN OPINIEONDERZOEK Als een uitgave van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie (deel 18, 1978) is ver schenen "Meningen van de bevolking over de verdeling van nalatenschappen onder het abin- testaat erfrecht", doordrs. C. Cozijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 20