Fig. 4. De voormalige Spijkenissebrug. Op de foto is de aanvaringsschade aan dukdalven en geleidewerken te zien. „RECYCLING" IS OPNIEUW GEBRUIKEN Het is in onze „wegwerpmaatschappij" zo lang zamerhand wel duidelijk geworden dat we vaak te nonchalant omspringen met allerlei mate rialen. Veel materialen zouden na bewer king opnieuw in een produktieproces kun nen worden opgenomen en dus opnieuw wor den gebruikt. Geleidelijk aan begint „re cycling" een begrip te worden. Nieuw in Nederland op een dergelijk grote schaal is de recycling van bruggen: beter gezegd brugdelen! Bij de Directie Bruggen was namelijk het plan uitgewerkt om de bij de vervanging van de Moerdijkbrug vrijkomende, en in uitstekende staat verkerende tien brugdelen van elk 100 m. lengte, te gebruiken voor de vervanging van de brug bij Keizersveer en van de Spijkenissebrug. Zes brugdelen werden naar Keizersveer ge transporteerd en zullen daar in de vorm van 2x3 overspanningen fungeren als een nieuwe oeververbinding. De vier overige brugdelen gingen naar Spijkenisse en zullen dienen als vervanging van de bestaande brug. Twee van deze vier voormalige brugdelen van de Moerdijk werden beweegbaar gemaakt (hefbruggen). De eerste drie brugdelen, die achtereenvolgens bij de vervanging van de Moerdijkbrug vrij kwamen, werden getransporteerd naar Keizers veer. De volgende vier brugdelen, die werden uitgewisseld, waren bestemd voor de nieuwe oeververbinding te Spijkenisse. De laatste drie brugdelen tenslotte, werden weer naar Keizers veer getransporteerd. Op deze manier wordt bi nnen afzienbare tijd op een relatief goedkope en unieke wijze gereali seerd dat nog eens twee knelpunten voor weg en scheepvaartverkeer tot het verleden gaan behoren. DE NIEUWE MOERDIJKBRUG Alvorens in te gaan op de constructie en de assemblage van de nieuwe Moerdijkbrug, zullen eerst de werkzaamheden worden bespro ken, die noodzakelijk waren voordat de brug delen op de bestaande pijlers konden worden geplaatst. Deze werkzaamheden betroffen onder meer: 1het opmeten van de bestaande toestand; 2. het omhoog brengen van de oude brug delen; 3. het aanpassen van de landhoofden. 1. Het opmeten van de bestaande toestand Teneinde bij het invaren van de nieuwe brug delen niet voor verrassingen te komen staan, was het noodzakelijk om de bestaande toe stand op te meten en de resultaten te contro leren met de tekeningen uit 1935. a. metingen ,,hart op hart"pijlers Op elke pijler werd het hart, bestaande uit de middens van de onderzadels van de opleggin gen, ingekrast. Daarna werden m.b.v. de elek tronische afstandmeter AGA 12 de afstanden hart op hart pijler gemeten. Theoretisch had den deze afstanden 102,000 m en de afstanden van pijler naar landhoofd 101,000 m moeten zijn. De verschillen die optraden, lagen in de orde van +14 mm tot -42 mm per overspan ning, terwijl de totale afstand van het zuidelijk landhoofd naar het noordelijk landhoofd 212 mm te klein was. Aan de hand van deze lengtemetingen is beslo ten de gemeten lengteverschillen (theoretische afstanden gemeten afstanden) te middelen en hart vaste oplegging tot hart beweegbare oplegging bij alle pijlers vast te stellen op 1980 mm. met handhaving van hart op hart is 100,000 m voor alle overspanningen. b. hoogtemetingen Op elke pijler en landhoofd werden hoogten ten opzichte van NAP bepaald op de bovenkant van de oplegstoel en op een hoek van de pijler koppen. De hoogte op de oplegstoel werd gebruikt om de maat te meten ten behoeve van het opvijzelen van de brugdelen. De hoogte op de pijlerkop was noodzakelijk voor de recon structie van de pijlerkop en voor het bepalen van de hoogten van de nieuwe opleggingen. Voor die brugdelen, die bestemd waren voor de brug bij Keizersveer, werden lengteprofielen ter plaatse van elke dwarsdrager gemeten. De bruggen, waarvan de profielen het meest aan elkaar gelijk waren, werden twee aan twee naast elkaar gelegd. Hierbij werden dan de oude rijwiel voetpaden aan de binnenzijden als één geheel geconstrueerd voor het lang zaam rijdende verkeer. 225

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 7