Hierna werd ook het betonoppervlak onder de stalen oplegstoelen voor het maken van de definitieve onderstopping geëgaliseerd. Nadat de eerste lagen van de definitieve onder stopping waren aangebracht, werden de hulp- stoelen verwijderd, en de brugdelen via onder stopping onder de stalen oplegstoel resp. de vijzels stapsgewijze omhoog gebracht (fig. 6). De onderstopping bestond uit balken en plan ken van geschaafd tropisch hardhout (azobé). Waren de brugdelen op hoogte, dan werd het totale houtpakket gefixeerd via een staalcon structie. De hele vijzelprocedure was vastge legd in een soort draaiboek, aan de hand waarvan elke fase afzonderlijk werd doorlopen. Het verkeer kon tijdens de vijzelwerkzaam heden normaal doorgang vinden, zij het met een noodzakelijke snelheidsbeperking. 3. Het aanpassen van de tandhoofden Aangezien de nieuwe brug circa 24 m breder is dan de oude, moesten de landhoofden worden aangepast. Ter weerszijden van de bestaande landhoofden werden twee verbredingen ge bouwd van elk ongeveer 12 m. Over deze verbredingen, die 1.10 m hoger werden aangelegd dan de oude bestaande landhoofden, werd het verkeer tijdelijk per rich ting omgelegd. Dit zodra de aangrenzende oude brugdelen waren uitgewisseld voor de nieuwe, waarvan het wegdek 1.10 m hoger ligt dan bij de oude brugdelen. Vervolgens kon het tussenliggende oude land- hoofd worden aangepast. Constructie en assemblage De nieuwe brugdelen bestaan uit een geheel elektrisch gelaste trapeziumvormige kokercon structie, waarbij de rijvloer ter weerszijden is uitgebouwd. De brugdelen van elk 100 meter lang zijn nagenoeg aan elkaar gelijk. De toe gepaste staalsoort is Fe 510 vlg. Euronorm 25. De kokervormige hoofdligger van elk brugdeel is opgebouwd uit 5 gelijke secties van 16,667 m lengte en 2 verschillende eindsecties die een lengte hebben van resp. 9,375 en 7,292 m. De rijvloer, bodem en zijwanden van een sectie zijn opgebouwd uit panelen. Deze bestaan uit stalen platen met opgelaste trogvormige ver stijvingsprofielen. Met het oog op het repetitie-element is geko zen voor een paneel van 2,40 m breed en een lengte van 16,667 m. De plaatdikten van de panelen zijn niet in elke sectie gelijk; deze variëren van 22 mm in de eindsecties (bodem t.p.v. eind dwarsdrager) tot 10, 12 en 14 mm in de tussenliggende secties. Over de trogvormige verstijvingsprofielen wer den aan de panelen bevestigingsstrippen ge last voor de aansluitingen aan de dwars- dragers. Elke normale sectie is voorzien van vier dwarsdragers, hart op hart 4,1666 m. De dwarsdrager bestaat uit een dwarsschot met een plaatdikte van 8 mm en opgelaste verstij vingsstrippen. Alleen de einddwarsdragers, en de dwars dragers waar ter plaatse de steunpunten gesi tueerd waren voor het transport van het brug deel op een vaarstelling, hebben afwijkende plaatdikten. In het midden wordt de koker constructie verstijfd door een middenschot. Het middenschot werd in delen samengesteld; elk deel bestaat uit een stalen lijfplaat met horizontale en vertikale verstijvingen. De uit- kragende vloerdelen worden in hun geheel op gebouwd uit aaneengelaste platen, met daarop gelaste verstijvingsprofielen. De panelen werden bij zes verschillende con- structie-werkplaatsen volgens van te voren vastgestelde toleranties vervaardigd en over de weg aangevoerd na'ar de assemblageplaats op het Krabbegors in de splitsing van de Oude Maas en de Dordtsche Kil. In een speciaal voor dit werk daar ter plaatse opgezette fabriek met afmetingen van 122 x 59 m (fig. 7 en 8) werden de brugsecties samengesteld in bouwmallen. Daarbij is de langsnaad tussen de panelen een veel voorkomende lasverbinding. Het grootste deel van de langsnaden van de brugdelen is gerealiseerd met behulp van de combinatie lasmachine en de zogenaamde kantelmal. De kantelmal is een hulpconstructie ten behoeve van het tweezijdig aan elkaar lassen van een aantal panelen. Tenslotte wer den de secties samengelast tot een volledig brugdeel van 100 m lang. Het totale gewicht van een brugdeel bedraagt rond 2150 ton (inclusief slijtlaag). Fig. 7. Overzichtsfoto assemblagehal. 227

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 9