Graphics*)
door ing. A. Kranendonk, Dienst Informatie Verwerking van de
Rijkswaterstaat.
Presentatie van computeruitvoer behoeft niet
altijd in de vorm van lijsten met getallen en tekst
te zijn. In vele gevallen heeft een plaatje" de
voorkeur. Zo 'n plaatje kan variëren van een een
voudige schets op een beeldscherm tot een
nauwkeurige landkaart op maatvast tekenmate
riaal. Getracht wordt in dit artikel een overzicht
te geven van de huidige stand van zaken op dit
gebied. Speciale aandacht wordt geschonken
aan de mogelijkheden tot interactie met de
computer via een beeldscherm.
Inleiding
De meeste mensen zijn visueel ingesteld. Waar
een beschrijving in woorden of door middel
van getallen tekort schiet, maakt een schets, te
kening of kaart de bedoeling vaak onmiddellijk
duidelijk. Een landkaart bijvoorbeeld kan meer
effectieve informatie bevatten dan een dichtbe
drukte pagina van dezelfde afmetingen. Geen
wonder dat men ook al vrij spoedig de computer
een tekenstift in de hand heeft gedrukt om re
sultaten van berekeningen zichtbaar te laten
maken. De verschillende uitvoeringen van die
„tekenstift", het materiaal waarop getekend
wordt (de „tekeningdrager") en de mogelijkhe
den en de beschikbare technieken voor geauto
matiseerd tekenen vormen het onderwerp van
dit artikel. Het bedoelde toepassingsgebied
wordt in de informaticawereld vaak „graphics"
genoemd. We laten in het midden of hiervoor
een goede Nederlandse benaming te vinden zou
zijn.
Twee soorten uitvoer
Ruwweg kan een verdeling gemaakt worden in
grafische uitvoer op papier (en andere tekening
dragers) en die op een beeldscherm. De uitvoer
op papier is duidelijk bestemd voor meer lang
durig gebruik. Het gaat hier om tekeningen,
kaarten, statistieken, grafieken die hun weg
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Divisie 1978-1.
moeten vinden naar diverse instanties. Deze
produkten moeten vaak aan hoge eisen van
nauwkeurigheid en kwaliteit voldoen. Onder
meer moeten zij goed reproduceerbaar zijn. Af
hankelijk van deze eisen kan uit een aantal ma
terialen gekozen worden.
Voor de tekenstift kan gekozen worden uit:
balpen: is eenvoudig in het gebruik, maar
geeft een weinig fraaie lijn. Heeft moeilijkheden
met het op gang komen, zodat aanzetten van
lijnen nogal eens ontbreken. De gemiddelde lijn
dikte is 0.2 mm.
inktpen: hiermee kan een zeer mooie lijn ver
kregen worden, mits een vlotte inkttoevoer ge
waarborgd is. Daarom is meestal deskundig
toezicht nodig. Er zijn verschillende pendikten,
variërend van 0.1 tot 1.0 mm. Met zowel balpen
als inkt kan uiteraard in verschillende kleuren
getekend worden.
graveerstift: met dit soort gereedschap
wordt de lijn uitgesneden in een met een gra-
veerlaag bedekte plasticfolie. Een variatie hierop
is de zgn. „peel-coat" methode, waarbij
contouren met een fijne lijn gegraveerd worden,
waarna de tussenliggende gedeelten van de
graveerlaag met de hand verwijderd worden.
Het resultaat is dus een negatief beeld, dat
chemisch/fotografisch positief kan worden
gemaakt. Graveerstiften of beitels zijn er in
dikten van 0.05 tot 1 mm.
lichtkop: een lichtstraal met continu regel
bare diameter en intensiteit beschrijft lichtge
voelig materiaal. Symbolen, letters en cijfers
worden in hun geheel via sjabloons overge
bracht. De lijndikte is variabel, van 0.05 - 6 mm.
laserstraal: door de enorme gerichtheid van
de bundel hoeft deze niet mechanisch over het
tekenveld bewogen te worden maar kan er
vanuit een centraal punt mee geschreven wor
den, wat een veel grotere tekensnelheid ople
vert. De standaardlijndikte is 0.2 mm. Dikkere
lijnen worden door heen en weer gaan verkre
gen.
255