Fig. 5. De bi] de Meetkundige Dienst opgestelde Laser Display. nente beeld op een scherm van 70 x 100 cm. Vervolgens verschijnt in refresh modus een kruisje in de tekening dat door middel van hand besturing over het scherm verplaatst kan worden. Hiermee kunnen nu onderdelen van de tekening, zoals lijnen of symbolen, aangewezen worden. Deze komen dan ook in refreshvorm op het scherm en kunnen gewijzigd worden. De hard copy van dit apparaat wordt met dezelfde laserstraal getekend op een film-fiche van 10 x 14 cm en is van uitzonderlijk goede kwaliteit. De standaardafwijking is nl. slechts 5p waar door deze fiches gemakkelijk 10 keer vergroot kunnen worden. Ook de Laser Display is be schikbaar bij de Meetkundige Dienst te Delft. Het op het scherm aanwijzen van punten, zó dat het computerprogramma de positie van deze punten kan lezen is een essentieel onder deel van interactieve graphics. Dit kan op verschillende manieren gebeuren: lightpen of sensor-pen: ziet er uit als een aan een kabeltje verbonden potlood. Raakt men met de punt daarvan het scherm aan dan kun nen programmatisch de scherm-coördinaten uitgelezen worden. cursor: door middel van besturing (duimwiel- tjes, een ,,joy-stick" of een ,,tracker-ball") kunnen een horizontale en een verticale lijn over het scherm bewogen worden. Men drukt op een knop als het kruispunt van deze twee lijnen op het gewenste punt staat. graphical pad of teb/et: hetzelfde principe als de lightpen, maar nu werkend op een los van het beeldscherm liggende metalen plaat. Wordt hierop een punt aangestipt, dan verschijnt op de overeenkomstige plaats op het scherm een merktekentje (cirkeltje of kruisje of iets dergelijks). Een belangrijk aspect bij het werken met een display is tenslotte de datamanagement. In de meeste gevallen is de af te beelden informatie opgeslagen op magneetschijf, vanwaar ze op een snelle manier naar het kerngeheugen ge haald moet worden. Daar vindt nog wat reken werk plaats (transformatie naar beeldscherm coördinaten, selectie) en pas dan worden aan de elektronica van het beeldscherm de nodige prikkels toegediend. Het behoeft geen betoog dat vooral bij grote hoeveelheden data dit alles zeer efficiënt georganiseerd moet zijn, wil men tot redelijke response-tijden komen. Programmatuur Fabrikanten van grafische randapparatuur leve ren altijd wel een bepaald minimum aan bijbeho rende programmatuur, c.q. de benodigde informatie om deze voor de desbetreffende computer te maken. Het maakt uiteraard een groot verschil of het om een on-line via een hardware interface gestuurde display of om een off-line plotter gaat. In het laatste geval moet een magneet- of ponsband met tekeninstructies gemaakt kunnen worden, aangepast aan de mogelijkheden van de besturings-eenheid van de tekenautomaat. Het gaat hier om basis-routi nes voor de eenvoudigste handelingen, zoals het tekenen van een recht lijnstuk met de pen op of neer, het wisselen van pen en het wissen of schoonvegen van het beeldscherm. Met gebruikmaking van deze basis routines zijn dan weer subroutines te maken om letters, cijfers en symbolen te tekenen. Tot de nieuwste ontwikkelingen behoort het gebruik van micro processoren voor dit soort functies. Vervolgens kan men denken aan routines voor lijnsoorten (gestippeld, etc.), het arceren van vlakken, het tekenen van cirkelbogen en het verbinden van een reeks punten door een vloeiende kromme lijn. Zo ontstaan tekenpakketten. Men kan ze zelf maken voor een bepaalde configuratie. Maar er zijn ook tekenpakketten te koop, van daarin gespecialiseerde instellingen. Een groot voordeel van deze pakketten is dat ze tot op zekere hoogte computer-onafhankelijk zijn. Ook kunnen ze meerdere „devices" (grafische appa raten) aan. Voorbeelden van dergelijke pakket ten voor algemeen gebruik zijn: GINO-F (dit wordt door de DIV gehanteerd), GPGS, DIS PLAY, AZP. Ze bieden legio faciliteiten. Zo kan met GINO-F, behalve de reeds genoemde mogelijkheden, getransformeerd en geschaald worden, uitsneden gemaakt, perspectivisch getekend en ook interactief gewerkt worden. Een nadeel van algemene tekenpakketten is hun grote omvang, waardoor ze een flink beslag leggen op het computergeheugen, ook als men slechts eenvoudige tekeningen wil produceren. 259

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1978 | | pagina 9